Lef

Lef bestaat vandaag de dag niet meer! Lef heeft plaatsgemaakt voor gore lef en schaamteloosheid.
Vroeger bestond er nog lef zoals lef bedoeld is. Een dapper dorpje dat weerstand biedt aan de Romeinen, een moedige ridder die eerzuchtig een draak verslaat, een verzetsstrijder bij wie de inhoud van zijn boekenkast lang niet zo waardevol is als hetgeen daarachter.

Tegenwoordig heb je lef als je in adamskostuum op blind date gaat, kotsend van een blaadje sla naarstig zoekt naar een afvalbak of een zelfgeschilderde muurtekening van Thomas Berge in je hal maakt, waarbij zelfs een peuter zijn wenkbrauwen fronst bij het eindresultaat. Schaamteloos.
Bovenstaande wordt primetime uitgezonden op televisie, en ja ik heb hier naar gekeken. Met stomme verbazing. Soms enkele minuten, waarna ik hoofdschuddend verder zap, soms het hele programma tot de astro-tv begint, omdat ik nog steeds als versteend en met opengesperde mond niet kan bevatten wat ik zojuist heb aanschouwd.
Deze lef of schaamteloosheid verbaast, ontgoochelt, maar laat me toch sporadisch flauwtjes glimlachen. Zo ook de volgende lefscène:
Een collega, die nogal op de centen is, komt met een tasje van een aansprekend koffiecupjesmerk binnengestapt. ‘Zozo, doe maar duur!’
Zonder enige gêne vertelt hij dat hij niet duur doet, daar hij de cupjes hergebruikt. Pardon? Ja. Hergebruikt.
Hij en vrouwlief zoeken op de dinsdagavond de keukentafel op en maken de cupjes grondig schoon. Vervolgens worden deze gevuld met, logischerwijs, afgeprijsde koffie. Dan knipt de vrouw des huizes keurig de voorgetekende rondjes van aluminiumfolie. Tenslotte worden de folietjes goed strak over de opnieuw gevulde cupjes getrokken.
Verbijsterd, verbaasd, een diepe zucht en toch ook een staande ovatie onderdrukkend, krijg ik met een ferme knipoog het stiekeme advies het ook maar eens te proberen. Wel lef.

Echte lef bestaat niet meer, gore lef komt helaas steeds vaker voor.
Kopschoppen, en masse meisjes in elkaar slaan, een negroïde man onder racistische leuzen de metro uitwerken, je volledig uitleven op een eeuwenoude fontein. Deze opsomming is pijnlijk genoeg eindeloos. Het getuigt van vieze, smerige, gore lef.

Van Acda en de Munnik komt de fantastische zin: ‘Niet iedereen kan een held zijn, er moeten ook mensen gered.’ Ik heb echter steeds vaker het gevoel dat er te veel mensen moeten worden gered. We kunnen gewoonweg niet genoeg helden leveren om al deze lefgozertje en -dametjes een reddende hand te bieden.