Koningsdag met een rouwrandje
“Nu is mijn laatste oma dood. Nooit kan ik meer een kleuter zijn.” Die woorden van Kinderen van Kinderen galmen de laatste weken steeds weer door mijn hoofd. Vooral nu Koningsdag steeds dichter bij kruipt, begint mijn lip zachtjes te trillen en zie ik even mistig door mijn oogleden. Nee, mijn oma had niets met het koningshuis maar mijn oma woonde in Dordrecht. In een seniorenflat, keken mijn opa en oma uit op de Merwekade. Als een prachtig schilderij van Aelbert Cuyp passeerde iedere dag een bonte parade van schepen langs hun raam. En ik, ik mocht voor het raam zitten op een oud grijs gebloemd kussen. Vies en smoezelig was het kleed op de tafel van de tabak en dranken maar je kon er zo heerlijk doorheen gaan met je vingers. En was het mooi weer, dan werden de blauwe klapstoelen buiten gezet en konden we alles bekijken via het balkon. Thee en koffie werd geserveerd in broze porseleinen kopjes met sierlijke rozen en lelies en het amandelkoekje kwam uit de oud gele Tuperwaredoos die oma altijd bewaarde onderin haar witte servieskast. Oma commandeerde en opa zette dan alles klaar. Daar zaten we dan, ik met mijn grootouders stilzwijgend kijkend naar het pracht en praal op de Beneden Merwede.
Willem-Alexander komt dit jaar naar Dordrecht via de Waterbus zal hij aanmeren aan de Merwekade. Iedere Dordtenaar is in rep en roer behalve ik, want mijn oma en opa zijn dood.
Wat had ik graag gewild dat ik joelend mijn oma had kunnen opbellen met het nieuws. “Oma we komen 27 april bij jullie een bakkie doen.” Onze kinderen hadden we oranje in hun haren gespoten en shirts aangetrokken die we voor een prikkie bij de Action hadden gescoord. Opa had ons al opgewacht in de deuropening, jasjes aangenomen en de kinderen gecomplimenteerd om hun prachtige haren. Oma had vanuit haar stoel bij het raam de kinderen hartelijk begroet en ze dikke kusjes op hun wangetjes gegeven. Met z’n drieën hadden ze zich vergaard bij het raam. Opa druk bezig met de koffie en limonade, mijn man met het serveren van de oranje tompoezen. Samen met mijn oma hadden de kinderen naar de aankomt van de Waterbus gekeken, zwaaiend met hun rood, wit, blauwe vlaggetjes. “Dat is opa zijn boot. Daar zit de koning op,” had mijn drie jarige zoon geroepen. Oma had geglimlacht en ik, bedenk me dat deze scene zich nooit zal afspelen. Als ik 27 april ’s avonds laat naar het nieuws ga kijken en het koninklijk echtpaar aan zie meren, zal ik even zwaaien naar mijn opa en oma, wie weet zwaaien ze wel terug.