Er was eens…
Er was eens een man die goed schoenen kon verkopen.
Hij had een winkeltje in de stad en bracht daar veel tijd door.
Op een dag zei de man tegen zichzelf: Ik ga eens op vakantie.
En hij begon te lopen.
Het werd een lange reis.
Onderweg kwam hij veel verschillende mensen tegen.
Sommigen begroeten hem… sommigen keken hem alleen aan en sommigen keken hem niet aan (en liepen nors verder).
Waarom zijn al die mensen zo verschillend, vroeg de schoenverkoper zich af? Wat is er met hen gebeurd? (Dat laatste dacht hij vooral van de mensen die nors verder liepen.)
En zo ging het een tijdje verder.
Al lopend kwam hij uiteindelijk op zijn eindbestemming.
Een klein gezellig hotel, ergens in het midden van het land.
Toen hij aanklopte, werd de deur geopend door een vriendelijke, wat oudere, vrouw.
Ze vroeg beleefd: ,,Wat komt u hier doen meneer? Ziet u niet dat wij gesloten zijn?”
O, daar had de schoenenverkoper helemaal niet over nagedacht. Maar natuurlijk, dacht hij, dat is waar ook, het is vandaag Goede Vrijdag, en dan zijn de meeste winkels, enz. dicht.
Maar wacht even… dacht hij verder, hoe moet dat nu? Nu ben ik hier helemaal naar toe gelopen… en is dat dan allemaal voor niets geweest?
Weetje, dacht hij, ik ga gewoon vragen of die vriendelijke mevrouw voor mij een uitzondering wil maken.
,,Mevrouw?”
,,Ja”, antwoordde ze.
,,Mevrouw, ik heb een vraagje… en het is misschien niet helemaal gebruikelijk, maar zou u voor mij een uitzondering willen maken?”
,,Maar natuurlijk”, zei de vrouw, ,,alleen is er dan wel iets wat u moet weten.”
Nu werd de schoenenverkoper toch wel benieuwd. Wat zou dat zijn, dacht hij. Ja, wat zou zoiets kunnen zijn?
,,Weet u, zei de vrouw… het is bij ons in dit hotel gebruikelijk dat we soms een uitzondering maken op de regels. En dat willen wij ook voor u doen. Maar dan moet u ons wel iets beloven.”
Iets beloven? dacht de schoenverkoper. Nu ben ik toch wel héél benieuwd naar wat dat moet zijn.
,,Ja” zei de vrouw, die glimlachend de gefronste wenkbrauwen van de schoenenverkoper zag.
,,Ja, dan moet u ons iets beloven. Het is iets kleins, maar eigenlijk ook groot(s).”
Juist ja… dacht de schoenenverkoper.
De vrouw zei: ,,U beloofd ons, dat u per vandaag, niet meer op blote voeten loopt.”