Een traplift en wellicht nieuw servies

Carlo Vos 23 apr 2015

‘Hey! Gooi dat eens gewoon in de prullenbak!’ ‘Vlegel!’, zou ik er bijna aan toevoegen.
Het jochie van een jaar of 12 keek me verbouwereerd aan, hij had achteloos de halfvolle fles frisdrank van zich afgegooid terwijl ik net de supermarkt uit liep. Enigszins beteuterd raapt hij de fles op en gooit hem in de prullenbak waarna we nog een paar seconden samen lijken te staren in de peilloze diepte van de generatiekloof die zich tussen ons aftekent. Ondertussen slaan een paar van zijn vrouwelijke klasgenootjes giechelend het schouwspel gade, de imagoschade die ik hem heb berokkend zou er wellicht voor zorgen dat zijn eerste tongzoen nog een half jaar op zich laat wachten. Ik draai me om en vervolg mijn weg naar huis terwijl ik een onbedwingbare frons van mijn gezicht probeer te halen. Hoewel ik maatschappelijk, milieukundig en juridisch gezien volledig in mijn recht stond maakt een knagend gevoel van onbehagen zich van mij meester. Ik was de oude sikkeneurige buurman geworden die zijn beklag doet bij spelende kinderen als de voetbal in zijn voortuin belandt.

Eenmaal thuis op de bank begin ik me af te vragen wat deze nieuwe levensfase nu precies inhoudt en wat voor gevolgen regelmatig prostaatonderzoek zal hebben voor mijn sociale contacten. Ik ben me ineens ook pijnlijk bewust van het feit dat ik nooit gespaard heb voor de aanschaf van een eventuele traplift, die tegenwoordig niet meer vergoed wordt zonder medische noodzaak en waardoor ik met mijn 25 jaar gedwongen word op zoek te gaan naar een bungalow in een rustige buitenwijk van een middelgrote stad. De zeepbel waarin ik leefde waarin zaken als traplopen en ongehinderd urineren als vanzelfsprekend golden was bruut uiteengespat. Nu waren er in de aanloop naar het incident al voortekenen die wezen op mijn vroegtijdige ouderdom. Zo had ik recent nog een gesprek van enkele minuten met een collega over de voor- en nadelen van een Senseo koffiezetapparaat en of het dan uitmaakte wat voor merk koffiepads je daar in deed. Een conversatie die me aan de rand van een existentiële crisis bracht waarna ik een halve middag alle contact met de buitenwereld heb gemeden. Maar waar ik voorheen mijn moeder uitlachte om haar obsessieve verstandhouding met koffiepunten en de daarmee verkrijgbare kopjes en schoteltjes begin ik nu zelfs de servieslijn van Yvon Jaspers als reële investering voor de toekomst te zien. Of misschien moet ik toch eerst maar eens een studie afmaken en mijn rijbewijs halen. Sorry Yvon.