De vrouw in de Bruna
Donderdagmiddag stond ik aan de kassa bij de Bruna. Voor mij stond nog een vrouw. Niet heel jong, niet heel oud. Een gewone vrouw. Ze wilde een stel staatsloten kopen. Zelf heb ik altijd de loterij maar iets doms gevonden. Je wint toch nooit, of nou ja, de kans is zo klein dat je überhaupt zelfs ook maar je lotprijs er uit wint, laat staan de jackpot (die overigens ook nog eens bijna nooit valt, maar ach, wat had je dan gedacht? Dat dit bedrijf niet draait op een miljoenenwinst?). Maar oké, zelf zou ik dus nooit staatsloten kopen, of deelnemen welk vorm van kansspel met een dergelijke minieme kans van winnen dan ook.
‘Dat is dan 268 euro alstublieft,’ zei de vrouw achter de kassa. Ik keek ineens op, en stopte met doen alsof ik de achterkant van mijn boek aan het lezen was gewoon om niet nieuwsgierig te lijken. Zowel de vrouw van de loten, als de vrouw achter de kassa keek er echter niet raar van op. De hoge prijs die de vrouw betaalde bleef nog door mijn hoofd gaan, zelfs toen ze de winkel al lang uit was gelopen, zelfs toen ik zelf de winkel al lang uit was gelopen. Toen ik eenmaal thuis was, liep de vrouw nog steeds door mijn hoofd met de loten in haar hand. ‘Eigenlijk is deze vrouw juist bewonderenswaardig,’ bedacht ik me terwijl ik nog steeds niet kon stoppen met het denken aan het bedrag wat ze zo even uit haar pinpas schudde. (Of nou ja, wanneer ik me iets bedenk, loopt het meestal uit op een hele theorie of filosofie, maar goed, bereid uzelf dus voor)
Het is eigenlijk best wel mooi om te zien dat iemand zomaar nog zo veel hoop kan hebben. Want ‘hoop’ dat is het toch? Hoop dat je de hoofdprijs wint, of dat je in ieder geval iets wint. Best wel mooi, dat deze vrouw niet, net als ik, slachtoffer is geworden van het eindeloze pessimisme uit de dagelijkse sleur. Bewonderenswaardig zelfs, dus. En bij dezen, wil ik graag de onbekende vrouw met de staatsloten al het beste wensen. Voor mij heeft ze in ieder geval al gewonnen. Het eeuwige optimisme (wat ik altijd al bewonderd heb in mensen die dat met zich meedragen), is tegenwoordig net zo zeldzaam als dat ene lot waar die 30 miljoen euro op valt. Maar deze vrouw had het. Ook al beseft ze dat zelf niet. Ze betaalde misschien een hoge prijs voor de loten, maar misschien betaal ik, en u misschien ook, nog wel een hogere prijs voor mijn of uw dagelijkse hopeloosheid.