Absoluut!
Ik sta te wachten in een plaatselijke telefoonwinkel. Maar één klant voor me. Terwijl ik rondkijk en me verbaas over wat er allemaal te kopen valt, vang ik flarden op van het gesprek tussen de verkoper en zijn klant, een gesoigneerde veertiger. De klant is kennelijk een bijdehandje op het gebied van telecommunicatie. Zo vuurt hij nu een kritisch bedoelde vraag op de verkoper af. Die denkt even na en antwoordt dan stralend ‘Absoluut!’
Klant geeft zich echter niet zomaar gewonnen en heeft nóg een paar spitse vragen op voorraad. Die beantwoordt de – nog steeds stralende – verkoper achtereenvolgens met ‘Exact!’, ‘Correct!’ en nog eens ‘Absoluut!’
Mijn tenen krommen zich spontaan. In gedachten ben ik terug bij het radiospelletje ‘Geen ja en geen nee’, waarin de kandidaat, listig ondervraagd door de quizmaster, de woorden ‘ja’ en ‘nee’ niet mocht gebruiken.
Ik kijk besmuikt om me heen. Kan het zijn dat ik middenin een opname zit? Hoogst onwaarschijnlijk: geen camera of microfoon te zien. Dit is dus geen spelletje.
Dan ben ik aan de beurt. Wanneer ik het typenummer van de accu noem en vraag ‘Verkoopt u die?’ fronst de verkoper en zegt ‘Dat is niet het geval.’
Ik kan het niet laten en vraag door:U kunt hem ook niet bestellen?’ ‘Exact.’ klinkt het afgemeten.
Bij het verlaten van het pand vraag ik me af of ik de enige ben die spontaan jeuk krijgt van de vele ‘Exact’s en ‘Correct’s die ik dagelijks om me heen hoor.
Hé, wie zei daar ‘Absoluut’?!