Waar staan de kleuren van de Olympische ringen voor en wie heeft ze bedacht?
Nu de Olympische Spelen in volle gang zijn, ontkom je er bijna niet aan. Zodra je de tv aanzet zie je ze: de vijf Olympische ringen. Blauw, zwart, rood, geel en groen. Maar wat is eigenlijk het verhaal achter die kleuren en wie heeft het bedacht?
Of je nu kijkt naar de overwinning van het Nederlandse roeiteam, schermen, tennis of zwemmen, de vijf iconische, gekleurde ringen zijn áltijd in beeld. Maar wat is nu precies het verhaal achter die vijf kleuren? Het antwoord is eigenlijk heel simpel. De kleuren van de ringen staan volgens het Internationaal Olympisch Comité (IOC) namelijk voor de werelddelen.
De ringen van de Olympische Spelen: voor ieder werelddeel een kleur
Blauw presenteert Europa, zwart staat voor Afrika, rood voor Amerika, geel voor Azië en groen voor Australië. En die witte achtergrond dan? Die duidt vrede aan.
Het was de Franse baron en historicus Pierre de Coubertin die in 1913 de Olympische vlag ontwierp. Hij was de tweede voorzitter van het IOC. De door hem ontworpen vlag werd tijdens de Olympische Zomerspelen in Antwerpen in 1920 voor het eerst gehesen.
Olympische ringen kennen meerdere betekenissen
De kleuren die hij in zijn ontwerp gebruikte, zijn overigens niet zomaar uit de lucht gegrepen. Hij koos naar eigen zeggen voor blauw, zwart, rood, geel en groen tegen een witte achtergrond, omdat ten minste een van deze kleuren (inclusief het wit van de achtergrond) voorkomt in de nationale vlaggen van alle landen. Daardoor staat er altijd een gekleurde ring van de Olympische Spelen symbool voor een land dat meedoet aan het toernooi.
Hoewel het IOC stelt dat de kleuren van de ringen staan voor de werelddelen, beweerde De Coubertin iets anders. Zijn oorspronkelijke idee was namelijk om de ringen symbool te laten staan voor passie, vertrouwen, overwinning, ethiek en sportiviteit. De ringen kennen dus eigenlijk meerdere betekenissen.
Goud! (2): ‘Piekploeg’ vier vrouwen zorgt voor iets wat in het roeien nog nooit gebeurde