Jake uit Amsterdam gaat dit weekend 200 kilometer hardlopen
Terwijl jij jezelf vandaag al puffend naar het strand verplaatst (en dat al een hele prestatie vindt), gaat Jake Catterall (28) uit Amsterdam 200 kilometer hardlopen. Dat het 34 graden wordt, ziet hij alleen maar als een extra uitdaging. „Dit is een training voor een groter doel.”
Of hij niet helemaal gék geworden is, vragen mensen hem regelmatig. Jake Catterall, geboren in de buurt van het Engelse Nottingham en vijf jaar geleden verhuisd naar Amsterdam, kan inmiddels om zo’n vraag lachen. Maar toen hij jonger was, maakte zo’n vraag hem onzeker. „Ik voelde me dan anders dan de rest”, vertelt Catterall als we hem een dag voor de race bellen. „Maar ik hou van wat ik doe. En als mensen dat gek vinden: prima.”
200 kilometer
Catterall, een extreme sportfanaat, vooral als het gaat om bergbeklimmen, is er klaar voor. Vanmiddag 12.00 uur, als de zon hoog aan de hemel prijkt, staat hij aan zijn eigen gecreëerde start in het Vondelpark in Amsterdam. Hij hardloopt via Hilversum, Utrecht, Woerden en Gouda naar Rotterdam („dat punt zie ik als de top van een berg”), om vervolgens via Den Haag en Zandvoort 24 uur later weer terug te keren in het Vondelpark. Afstand: 200 kilometer.
Alles geven
Het idee om een ultrarun te lopen van 200 kilometer, kwam niet zomaar uit de lucht vallen. Kleine Jake keek vroeger graag met zijn vader op tv naar atleten die marathons liepen. „Ik was dan verbaasd over de prestaties die zij neerzetten, omdat ze aan het eind van een race álles hadden gegeven. Dat wilde ik ook.”
Inmiddels is het zo’n twintig jaar later en heeft Catterall een indrukwekkend sport-cv. Zo heeft hij allerlei verschillende bergen beklommen en in Nieuw-Zeeland de Ironman gedaan (3,86 km zwemmen, dan 180,2 km fietsen en tot slot 42,195 km hardlopen). „Dat was tof”, blikt Catterall terug. „Maar ik wist ook: ik kan meer”. En dus bedacht hij een nieuwe uitdaging: van Amsterdam in één keer naar Berlijn fietsen. „Dankzij Google Maps op mijn telefoon wist ik de route”, lacht hij. Hij sliep niet en bij tankstations die 24/7 open zijn, haalde hij ‘s nachts water. Toen hij 28 uur later met 714 kilometer op de teller aankwam in de Duitse hoofdstad, had hij hetzelfde gevoel als na de Ironman. „Natuurlijk was ik moe”, zegt hij desgevraagd. „Maar ik had ook energie over. Ik wíst dat ik meer in mijn mars heb.”
Grote glimlach
Zijn voorbeeld is Colin O’Brady, een Amerikaan die twee jaar geleden in zijn eentje, zonder hulp, van rand-tot-rand Antarctica doorkruiste. Een afstand van zo’n 1500 kilometer. Catterall wil dat ook, „over een jaar of vijf”. Deze „200K-run” ziet hij als een training voor die tocht. Vooral mentaal wil hij zichzelf trainen. „Mijn doel is daarom niet alleen de finish te halen, maar ook om de hele run met een glimlach af te leggen. Dan ben ik pas echt tevreden.”
Het contrast tussen deze run en zijn ‘einddoel’ kan bijna niet groter. De gemiddelde temperatuur op de Zuidpool is -50 graden, als Catterall zondag weer aankomt in het Vondelpark, kunnen we er waarschijnlijk een hittegolf bijschrijven op de weerkalender. Maar dat neemt hij voor lief. Eraan getwijfeld de monstertocht uit te stellen heeft hij dan ook niet. „Het weer op Antarctica kan ik ook niet aanpassen. Dan moet ik het ook doen met hoe de omstandigheden op dat moment zijn.”
Teleurstelling
Acht maanden lang heeft hij zes dagen per week getraind. In januari twijfelde hij of zijn doel wel mogelijk was. „Het is dan ook nog moeilijk voor te stellen om wat voor afstand het gaat”, herinnert hij zich. „Maar hoe langer ik trainde, hoe meer ik het idee kreeg: ik kan dit. Dat verkondig ik ook aan iedereen. Dus als ik zondag de finish niet haal, dan ben ik wel een paar weken teleurgesteld.”
In juni deed hij een voorproefje en legde hij voor het eerst in zijn leven hardlopend honderd kilometer af. Hij leerde daarvan. „Ik weet dat ik meer moet drinken en dat mijn mindset positief moet zijn.” Als hij in Rotterdam is, net over de helft, visualiseert hij dat hij op de top van de berg staat. „Dat helpt mij om een doel te halen.” Op de top staan, betekent absoluut niet dat hij dan ook de finish gaat halen, benadrukt hij. „Sommige bergbeklimmers maken die vergissing en verspillen al hun energie om bovenaan te komen. Maar je moet ook weer terug.”
Een deskundig team, verdeeld over twee auto’s („veiliger in verband met corona”), volgt hem tijdens de tocht. Deze mensen, sommigen met een medische achtergrond, zorgen ervoor dat hij genoeg drinkt, om de veertig minuten een op poeder gebaseerde voeding naar binnen werkt en in alle zeven plaatsen die hij ‘doorkomt’, een korte pauze van een paar minuten neemt. En voor de kenners: hij loopt de afstand op Hoka Carbon X schoenen.
Honderd procent
Zijn onderliggende drijfveer van al deze uitdagingen? Anderen inspireren. „De meeste mensen hebben een laag beeld van zichzelf als het gaat om wat ze kunnen. Ze leven hun leven en gaan weer dood. Mijn boodschap is: je kan zoveel meer dan je in eerste instantie misschien van jezelf denkt. Dat geldt niet alleen voor sportprestaties, maar voor alles in het leven. Geef jezelf voor de volle honderd procent.”
Wil je Jake Catterall zijn prestatie volgen? Check dan zijn Instagramaccount.