‘Eredivisie uitspelen met publiek steeds minder realistisch’
Mattijs Manders ziet de kans steeds kleiner worden dat de Nederlandse voetbalcompetitie met publiek erbij uitgespeeld kan worden. Als gevolg van de coronacrisis ligt de volledige sportwereld stil.
„Het moet nu eigenlijk helemaal niet over voetbal gaan. Maar goed, het streven is om de competitie uit te spelen, we proberen op allerlei manieren om dat mogelijk te maken”, zei de directeur van koepelorganisatie Eredivisie CV bij de NOS. „Maar het scenario waarin de competitie met publiek wordt uitgespeeld, wordt steeds minder realistisch.”
Het kabinet beslist dinsdag wat er gebeurt met de maatregelen die voor onder meer sportclubs gelden tot en met 6 april. Ook de profvoetballers kunnen nu al ruim twee weken niet trainen. „We laten ons volledig adviseren door het ministerie en het RIVM”, aldus Manders. „We krijgen dinsdag te horen waar we staan met het virus: zijn we op de goede weg? Of moeten de maatregelen misschien wel worden verscherpt?”
Drie scenario’s
Voetbalbond KNVB heeft drie scenario’s: de competitie uitspelen voor 30 juni, de competitie uitspelen tot na 30 juni of de competitie helemaal niet meer uitspelen. Zeker is dat, mocht er al voor 1 juni weer gevoetbald worden, dat zonder publiek gebeurt. „Dit zijn de scenario’s waar we nu op koersen”, zegt Manders.
De wereldvoetbalbond FIFA bekijkt of het juridisch mogelijk is om competities te laten doorgaan tot na 30 juni, officieel de laatste dag van het seizoen en ook het moment waarop contracten aflopen.
Saamhorigheid
Manders voerde donderdag overleg met European Leagues, de vereniging van directeur Jacco Swart waar heel wat Europese competities bij zijn aangesloten. „Ik heb daar expliciet de vraag gesteld of er leagues zijn die met de gedachten spelen om te stoppen met dit seizoen. Niemand zei ‘ja’. Alle landen in Europa, en ook daarbuiten, proberen toch allemaal om tot een eerlijke eindstand te komen. De saamhorigheid is enorm, binnen Nederland en ook over de grens. We zitten allemaal in hetzelfde schuitje, we kunnen hier ook niemand de schuld van geven.”