Huntelaar: Bernabéu mooiste stadion waar ik speelde
Voor één speler van Ajax is het Champions League-treffen van vanavond met Real Madrid een weerzien met zijn oude club. Klaas-Jan Huntelaar speelde tien jaar geleden een half seizoen in Spaanse dienst.
„Natuurlijk is het een mooie club”, antwoordt Klaas-Jan Huntelaar als hem gevraagd wordt naar zijn ervaringen met de grootsheid van Real Madrid. De club waarvoor hij slechts een halfjaar speelde, alvorens hij de overstap maakte naar AC Milan. „En dat terwijl ik het niet eens zo slecht deed. Ik heb daar uiteindelijk twintig wedstrijden gespeeld en acht goals gemaakt.” Het is bijna indrukwekkend zoals hij zijn tien jaar oude statistieken haast achteloos in één adem door oplepelt.
En even later gaat hij vrolijk verder als zijn eerdere wedstrijden tegen Real Madrid aan bod komen. „Ik heb al een paar leuke goals tegen Real gemaakt met Schalke 04. Een keer werden we echt weggespeeld door Real, toen verloren we thuis met 1-6. De andere keer wonnen we daar met 3-4, maar hadden we met 3-5 moeten winnen om door te gaan. Op het laatst hadden we nog een kans, die ging er bijna in. Zo zie je maar, er is wel wat mogelijk.”
2-2 gelijkspel
Toch lijkt de taak voor Ajax enorm. De nummer twee van de Eredivisie was sowieso wel de underdog voor deze krachtmeting, maar dat wordt nu alleen maar versterkt door de huidige vorm van de Amsterdammers, want die is niet denderend te noemen. Huntelaar weet inmiddels wel dat je je daarop niet blind moet staren. Daarvoor wijst hij naar dertien jaar geleden, toen hij zijn Champions League-debuut maakte voor Ajax tegen Internazionale in de achtste finale. „Ik weet nog dat er in principe een beetje hetzelfde werd gedacht: dat we ze niet konden verslaan. En dat we met rust 2-0 voorstonden. Het kon dus wel. Uiteindelijk gingen we strijdend naar een 2-2 gelijkspel.”
Een parallel tussen toen en nu valt zeker te trekken. Ajax kwam dat seizoen eveneens dramatisch uit de winterstop met vier punten uit de eerste vier wedstrijden. Uit bij Feyenoord werd er met 3-2 verloren, terwijl FC Utrecht in de Arena met maar liefst 1-4 te sterk was. Ook van NEC werd er niet gewonnen. Tijdens de wedstrijd tegen Inter liet Ajax een heel ander gezicht zien.
Ondanks dat het dus twee wedstrijden op zich zijn, geeft Huntelaar de favorietenstatus zeker aan de tegenstander. „Iedereen weet wat ze hebben gepresteerd de laatste jaren. Zeker in de Champions League hebben ze het elke keer waargemaakt. Dat is ook iets mentaals, maar dat hebben ze heel goed gedaan. Anders win je ‘m niet drie keer (op een rij, red.).” Toch hadden de Madrilenen het dit seizoen vaak heel moeilijk, nadat succescoach Zinédine Zidane en sterspeler Cristiano Ronaldo vertrokken. „Je ziet wel dat ze zoekende zijn geweest.”
„Voor ons is dit een kans om te laten zien wat wij kunnen”, vervolgt Huntelaar. „Ik denk dat als wij onze wedstrijden spelen, zoals we dat tot nu toe gedaan hebben in de Champions League, wij het hen ook moeilijk kunnen maken. Er zit zeker een kans in dat wij doorgaan. Het is realistischer om te denken dat Real dat doet, maar zo denken wij niet. Je kan geschiedenis schrijven, dus daar gaan we voor.”
Indrukwekkend Bernabéu
Als Huntelaar op basis van zijn halfjaar in Madrid over één ding lovend is, dan is het toch wel de thuishaven van de club. „Bernabéu is een fantastisch stadion, misschien wel het mooiste stadion waarin ik gespeeld heb. De tribunes zijn enorm steil en de ogen van de fans branden in je rug. Het lijkt gewoon alsof de mensen op je zitten. Het is heel anders dan Camp Nou, dat heel wijds is opgezet. Ik vind dat wel mooi.” Dus kijkt hij logischerwijs ook heel erg uit naar de return op 5 maart. „Het wordt thuis sowieso ook geweldig, maar de uitwedstrijd is toch specialer. Het is net alsof je thuis eet of uiteten gaat. Thuis eet je vaker dan dat je uit gaat.”
„Spelen voor Madrid dat was natuurlijk wel iets speciaals, maar het was niet mijn droomclub”, vertelt hij verder over zijn transfer naar de Spaanse hoofdstad. „Ik ben in Nederland geboren, dan kijk je niet gelijk over de grens. Als jong jongetje is het kiezen voor Ajax, PSV of Feyenoord én De Graafschap, want dat was de club in de buurt. In onze tijd was dat buitenlandse voetbal allemaal een stuk verder weg. Ze lieten af en toe een stukje Serie A zien, de Premier League kon je op de BBC kijken, Bundesliga op de Duitser, maar op Nederlandse zenders was er gewoon Nederlands voetbal.”