Had Messi zijn gebroken arm kunnen voorkomen?
„Ai, dat is nasty”, zegt Ruben Houkes als hij de valpartij van Lionel Messi ziet. De Argentijnse dribbelkeizer van FC Barcelona kwam zaterdagvond in de wedstrijd tegen Sevilla ten val en liep daarbij een breuk in zijn rechterarm op. De verwachting is dat hij zo’n drie weken uit de roulatie is en dus kan hij komende zondag niet meedoen in de kraker tegen Real Madrid.
Was het domme pech of had Messi die blessure kunnen voorkomen? Oud-judoka Houkes gaf enkele jaren geleden judoles aan voetballertjes en zegt dat de kans op een blessure in ieder geval verkleind had kunnen worden. „Bij een val is ‘tegenhouden’ bij veel mensen vaak de eerste reflex. Maar daardoor komt er heel veel kracht op – in dit geval – de onderarm. Bij mensen die judovaardigheden onder de knie hebben, zie je die reflex meestal niet meer. Zij weten dat ze zo’n val moeten breken door dóór te rollen op de schouders en vervolgens op de rug. Daardoor wordt de kracht door een veel groter oppervlakte opgevangen en is de kans op een blessure kleiner.”
Voetbalpupillen
Houkes is er dan ook groot voorstander van dat kinderen al op vroege leeftijd leren hoe ze veilig kunnen vallen. „Uit onderzoek van veiligheid.nl blijkt dat kinderen heel vaak op de eerste hulp terechtkomen omdat ze zijn gevallen. Door kinderen judolessen te geven kan dat met de helft worden verminderd. Zo voorkom je een hoop ellende. Toen ik judoles aan voetbalpupillen gaf, merkte ik niet alleen dat ze weerbaarder werden in de duels maar ook dat ze op een andere manier vielen.”
Durf is daarbij een belangrijk aspect, zegt Houkes, die in 2007 wereldkampioen werd in de klasse onder 60 kilogram. „In het begin voelt het heel gek om een val ‘af te rollen’. Maar als je eenmaal weet hoe het voelt om op die manier een val te breken, dan kan het in je systeem komen en gebruik je niet meer de reflex om de val tegen te houden. De angst om veilig te vallen verdwijnt.”
Kinderen leer je gemakkelijker iets aan dan volwassenen, die al hun hele leven gewend zijn bepaalde dingen te doen. Is het mogelijk een voetballer van boven de 30 jaar anders te leren vallen? Houkes denkt van wel. „Bijvoorbeeld door er een vast onderdeel van te maken tijdens de trainingen. Dan komt het vanzelf in het systeem van de spelers. Als Messi in dit geval op zijn buik was gevallen, was het al beter geweest. Je kunt het natuurlijk niet altijd voorkomen, want je hebt ook te maken met de snelheid en de pech. Maar de kans verkleinen kan natuurlijk altijd door judovaardigheden erin te slijpen.”
Cees-Rein van den Hoogenband betwijfelt of je voetballers anders kunt leren vallen als ze er al een paar jaar als prof op hebben zitten. De chirurg was tot 2011 hoofd medische begeleiding bij PSV. „Johan Cruijff heeft ooit gezegd dat de moderne voetballer niet eens meer een koprol kan maken en daar zit natuurlijk een kern van waarheid in. Daarom zouden alle kinderen op vroege leeftijd judolessen moeten volgen. Dat deden mijn kinderen en dat doen mijn kleinkinderen nu ook. Daardoor bewegen en vallen ze veel gemakkelijker dan zonder judolessen. Ik kan het niet wetenschappelijk bewijzen, maar ik acht de kans groot dat kinderen die niet judoën eerder op een EHBO-post terechtkomen dan kinderen die dat wel doen.”
Judoschool
In zijn tijd bij PSV viel Boudewijn Zenden hem altijd op. „Omdat hij zo goed kon vallen”, aldus de vader van Olympisch kampioen Pieter van den Hoogenband. „Zijn vader Pierre had een eigen judoschool in Maastricht en dat was op het veld duidelijk te merken aan Boudewijn.”
De voormalig aanvaller van onder meer PSV, FC Barcelona, Chelsea, Liverpool en het Nederlands elftal is de zoon van Pierre Zenden, die judoka was en zijn eigen dojo in Maastricht oprichtte. Vanaf zijn vierde beoefende hij de sport van zijn vader. „Ik heb het lange tijd gecombineerd met voetbal”, aldus Zenden. „Toen ik 14 jaar was voetbalde ik ’s ochtends nog met PSV op een jeugdtoernooi bij Sparta in Rotterdam en later die dag haalde ik mijn zwarte band. Judo is in mijn ogen de ideale sport om je heel breed te ontwikkelen. Je leert je balans houden, het is een lichte vorm van krachtsport omdat je altijd met je eigen gewicht of dat van de tegenstander bezig bent, je leert slim zijn en natuurlijk valbreken. Ken je het tv-programma Sterrenslag nog? Judoka’s behoorden altijd tot de top omdat ze in alle facetten goed waren ontwikkeld. Terwijl een sprinter misschien razendsnel is, maar die hoef je onderweg geen zetje te geven…”
Pols
Zenden is er niet 100 maar 200 procent van overtuigd dat hij tijdens zijn voetballoopbaan profijt heeft gehad van de dertien jaar dat hij aan judo deed. „Ik zeg niet dat je nooit geblesseerd raakt als je judotechnieken beheerst, maar de kans is wel veel kleiner. Ik heb ooit een fractuur aan mijn pols gehad, maar dat kwam omdat ik uitliep bij een vrije trap en ik de bal tegen mijn pols kreeg. Ik ga nu ook niet heel populair roepen dat mij niet was overkomen wat er nu met Messi is gebeurd. Ik heb ook vaak genoeg op de grond gelegen. Maar ik kon wel mijn val breken, zodat de kans op een blessure minder groot was. Verder ging ik geen duel uit de weg, hoe groot en sterk mijn tegenstander ook was. En ik had allerlei sluwigheden in mijn systeem zitten, waarmee ik tegenstanders te slim af was. Allemaal dankzij judo.”
Nu is hij assistent-trainer van Mark van Bommel bij PSV. Dus leren Luuk de Jong, Hirving Lozano en Denzel Dumfries van hem hoe ze veilig kunnen vallen? Nee, is het antwoord van Zenden. „Zie daar nu nog maar eens tijd voor te vinden. Zoiets moet je in de jeugdopleiding doen, zodat je er later profijt van hebt. Iemand leren skiën op zijn 22e is ook heel anders dan wanneer hij of zij 5 jaar is.”
Van den Hoogenband snapt dat wel. Hij denkt dan ook niet dat FC Barcelona judolessen gaat inroosteren nu Messi verkeerd terecht is gekomen bij een val. „Hoe vaak gebeurt zoiets nou? Niet vaak. Ik herinner me slechts één voorbeeld en toen ging het nog om een keeper ook. Nee, ik kan me voorstellen dat ze bij Barça andere prioriteiten hebben. Zorg er vooral als ouders voor dat je kinderen lekker een paar jaar gaan judoën.”