Gabriel Jesus, wellicht het mooiste WK-sprookje ooit
Van kind in de favela tot voetbalmiljonair. Het verhaal van Gabriel Jesus is eigenlijk te mooi om waar te zijn. Maar het is waar. Een duik in het wonderbaarlijke leven van de Goddelijke Kanarie.
Op veel voetbalfans had de term favela een afschrikwekkende werking. Voorafgaand aan het WK van 2014 in Brazilië was niet voor niets uitvoerig gewaarschuwd voor de sloppenwijken in steden als Rio de Janeiro, São Paulo en Fortaleza. Maar dit was juist het moment om een bezoek te brengen aan de bekendste achterbuurten ter wereld.
Het Braziliaanse leger had namelijk een grote schoonmaak gehouden in de favela’s. Zo’n drieduizend strijdkrachten zorgden ervoor dat criminele drugsbendes vertrokken, zodat er tijdens het wereldkampioenschap een vrolijk voetbalfeest gevierd kon worden. Wie meer wilde zien dan het Christusbeeld, de Copacabana en deftige restaurants kon (overdag) met een gerust hart een wandeling maken door een van de vele favela’s.
Biertje
Een balletje trappen met de plaatselijke jeugd, frango (kip) van de barbecue eten of een koud Polar-biertje drinken met oude mannetjes die op een piepkleine tv het WK volgden; alles kon. En dat in een vrolijke versierde omgeving. Overal waren de kleuren geel en groen aangebracht om te laten zien hoe trots de inwoners op hun land en de nationale ploeg waren.
Zelfs de stoepranden hadden de kleurde van de Braziliaanse vlag gekregen. In een favela in Sao Paulo was de 17-jarige Gabriel Jesus een van de schilders die met zijn kwast het straatbeeld opfleurde. Op blote voeten wandelde hij met grote emmers verf door de wijk om op die manier zijn bijdrage te leveren aan een mooi WK. Hier en daar morste hij wat verf, maar wat gaf het?
Jesus droeg een witte sportbroek die tot over zijn knieën kwam en een voetbalshirt. Als hij bukte, kwam zijn boxershort tevoorschijn. Op z’n Zuid-Amerikaans deed hij zeer rustig aan. Maar mooi werd het. Het geel en groen deed de bruine bestrating goed. Als zijn werkdag erop zat, snelde Jesus naar huis om voor de buis te kruipen en de wedstrijden van het WK te volgen. Vol bewondering keek hij naar de verrichtingen van zijn landgenoten, die uiteindelijk genoegen moesten nemen met de vierde plaats omdat het Nederlands elftal in de troostfinale te sterk was.
Een klein jaar later mocht hij zichzelf ineens profvoetballer noemen. Vanuit de jeugd van de Braziliaanse club Palmeiras stootte hij op 30 april 2015 door naar het eerste elftal. Tijdens de bekerwedstrijd tegen Sampaio Corrêa kwam zijn grote droom uit. Gabriel Jesus groeide uit tot de held van zijn krottenwijk. Tot de held van São Paulo. En niet veel later tot de held van heel Brazilië.
Briljantjes
Weer een jaar later, in de zomer van 2016, werd hij namelijk gestrikt door Manchester City. De scouts van de club wisten niet wat ze zagen. Zo’n talent hadden ze zelden gezien tijdens hun speurtocht naar groeibriljantjes. Nou, dit was er een. Een grote. Ze moesten zouden hem inlijven. Andere kapers die zich op de kust bevonden moesten direct buitenspel werden gezet. Dus bood de steenrijke club uit de Premier League maar liefst 32 miljoen euro voor de aanvaller. Exclusief bonussen. Hij mocht nog wel het seizoen afmaken bij Palmeiras, dat in december ook nog eens kampioen van Brazilië werd.
Daarna was het tijd voor de grote oversteek. Groot vanwege de afstand, groot vanwege zijn nieuwe club en competitie, groot vanwege het avontuur, groot vanwege zijn salaris. Dankzij het contract tot 2021 in Manchester kan Jesus zo’n 85.000 euro per week bijschrijven op zijn rekening. Een rekening die hij tot voor kort nog niet eens had.
In zijn eerste drie duels in het lichtblauwe shirt liet hij direct zien het geld waard te zijn: drie goals. In de wedstrijd erna brak hij het middenvoetsbeentje in zijn rechtervoet. Een grote domper voor hem en de club. Maar toen hij weer was hersteld, ging hij vrolijk door met zijn favoriete hobby: scoren. Letterlijk vrolijk, want Gabriel Jesus heeft bijna altijd een grote glimlach op zijn gezicht. Ook in het veld.
Nadat hij in 2016 Olympisch kampioen werd in eigen land hoopt Gabriel Jesus nu tijdens het WK weer goud te veroveren. Een doelpunt in de finale zou van zijn verhaal écht het mooiste WK-sprookje aller tijden maken.