Niki Terpstra: onbetwiste leider van de wolvenroedel
Niki Terpstra (33) won zondag de Ronde van Vlaanderen. Solo. Uiteraard. Want sprinten is niet echt zijn ding. De Beverwijker bevestigde zijn topvorm met alweer zijn derde klassieke zege van het seizoen. Hij bewijst daarmee de beste Nederlandse eendagsrenner te zijn sinds de jaren ’80.
Andere route
Al vanaf het begin van zijn carrière kiest Terpstra voor een ander pad dan de gemiddelde Nederlandse toprenner. In tegenstelling tot Tom Dumoulin, Lars Boom, Robert Gesink, Bauke Mollema en Wilco Kelderman komt hij niet op via de opleidingsploeg van Rabobank, maar hij rijdt voor de kleine ploegen Bert Story Piels en Ubbink-Syntec. Bij die laatste valt hij op door een etappezege in de Ronde van België, wat hem een contract oplevert bij het Duitse Milram.
De overstap naar het hoogste niveau verloopt niet heel makkelijk. Pas in het derde seizoen wint de hardrijder eens, nota bene in een sprint met vijf in het Critérium du Dauphiné. De eerste keer dat hij echt grote indruk maakt, is in 2010 op NK als hij in de finale een compleet Rabobank-contingent op een hoop rijdt. Later dat seizoen wordt hij nog bijna wereldkampioen, maar ligt de streep net 200 meter te ver.
Eind 2010 kapt Milram ermee en dus moet hij op zoek naar een nieuwe ploeg. Hij mag naar Quick-Step, de ploeg van Tom Boonen. Zijn eerste voorjaar valt door pech in het water, maar daarna gaat het lopen en komen de zeges.
In Dwars door Vlaanderen en op het NK – waar hij de Rabobank-ploeg nog harder voor paal zet, dan twee jaar eerder – is hij heer en meester. Toch moet hij soms ook in de pas van de ploegorders lopen en in dienst van kopman Boonen rijden.
Boonen als zegen en als vloek
Dat heeft zijn voordelen en zijn nadelen. In 2014 wint hij Parijs-Roubaix dankzij Boonen, nadat hij eigenlijk al gelost was. Voorin rijdt nog zijn ploeggenoot Zdenek Stybar, de Tsjech ontregelt de kopgroep om een groep met Boonen en Terpstra te laten terugkeren. Vervolgens gaat Terpstra op zes kilometer van de finish weg, terwijl de andere toppers zich blindstaren op Boonen.
Het nadeel is vooral een klein jaar later pijnlijk in beeld tijdens de Vlaamse openingskoers Omloop het Nieuwsblad, de enige grote kasseienwedstrijd die Boonen nog niet op zijn naam heeft staan en dus móét winnen. Boonen en Terpstra zitten samen met ploeggenoot Stijn Vandenbergh en de Brit Ian Stannard voorin. Als Terpstra gaat, wordt hij gecounterd door Vandenbergh in functie van Boonen. Stannard zet vervolgens het Quick-Step-trio compleet voor schut in de slotkilometers.
The Wolfpack
Zoiets zie je dit jaar niet. Hoewel niemand in de ploeg het echt zal durven toegeven, lijkt Quick-Step bevrijd nu Boonen met pensioen is. Alleen in het traditionele openingsweekend bleek Quick-Step nog niet helemaal bij de les, maar sindsdien is het prijsrijden. Acht van de negen Belgische eendagskoersen werden gewonnen door het in de breedte beresterke The Wolfpack, zoals ze zichzelf noemen. Hierbij staat het teambelang voorop. Winnen is het doel. Wie van de ploeg dat doet, dat maakt niet uit.
Zelfs de piepjonge Nederlander Fabio Jakobsen (onthoud die naam!) won als onderdeel van The Wolfpack al het iets kleinere Nokere Koerse. „Voor de koers draaien ze een bepaalde soort muziek om elkaar op te peppen”, vertelt ploegleider Patrick Lefevere (63). „Ik vind daar als oude man niks aan, maar ik ga er wel in mee. Nu wil iedereen deel uitmaken van The Wolfpack. Andere ploegen zijn daar waarschijnlijk jaloers op.”
Terpstra is binnen Quick-Step de veelvraat. Een van de routiniers en bovendien de beste op kasseien. Hij won al Le Samyn (de kleine Parijs-Roubaix) en de E3 Prijs Harelbeke. Steeds waren het solo’s, waarbij in de achtergrond ploeggenoten afstopwerk verrichtten.
In dienst
Terpstra betaalt die diensten met enige regelmaat terug. Zo was hij afgelopen woensdag heel belangrijk voor Yves Lampaert, die daardoor Dwars door Vlaanderen wist te winnen. De rollen zijn zondag weer omgekeerd als Lampaert met Stybar en Philippe Gilbert de vlucht van Terpstra beschermt. Op 27 kilometer van de meet reageert Terpstra op een uitval van Vincenzo Nibali, om niet veel later de Italiaan ter plekke te laten.
Daarna is er nog veel werk te verrichten. Voor Terpstra uit rijden immers nog twee landgenoten Sebastian Langeveld en Dylan van Baarle met de Deen Mads Pedersen. Op het vlakke komt hij niet dichterbij, maar tijdens de laatste beklimming van de Oude Kwaremont grijpt hij ze bij de lurven. De twee Nederlanders haken direct af, maar de pas 22-jarige Pedersen sputtert nog verrassend lang tegen. Toch is er niks aan te doen: Terpstra wint na Parijs-Roubaix zijn tweede Monument. Solo.
Zondag weer?
Terpstra won voor een deel dankzij zijn ploeggenoten, maar was ook gewoon de sterkste man in koers. Niet gek dus dat er nu al gespeculeerd wordt over wat hij komende zondag in Parijs-Roubaix kan. Gaat hij daar vier jaar later nog eens winnen?
Hij is de topfavoriet, maar Peter Sagan en Greg Van Avermaet mag je nooit uitvlakken. Bovendien zou er zomaar iemand anders uit The Wolfpack boven kunnen komen drijven. Zowel Stybar als Gilbert heeft dit seizoen nog niet gewonnen, maar beiden verkeren ze wel in topvorm. Daarbij komt dat Gilbert na winst in de Ronde van Vlaanderen, Luuk-Bastenaken-Luik en de Ronde van Lombardije nu de twee ontbrekende Monumenten (Milaan – San Remo is de ander) nog wil bijschrijven.
Toch zal Terpstra niet worden teruggefloten als hij weer in de aanval trekt. Dus mogelijk komt hij op 8 april ook als winnaar over de streep. Uiteraard solo.