Warm welkom voor olympiërs in de barre kou
Onze Olympische toppers zijn weer thuis. Na een vlucht van twaalf uur landde KLM-vlucht 8654 uit Seoul met daarin het grootste deel van TeamNL gistermiddag iets voor half vijf op Nederlandse bodem. Vrolijk kwamen de atleten zwaaiend uit het vliegtuig waar ze feestelijk werden onthaald door de vaderlandse pers en het personeel van de KLM.
Tussenlanding
Familie, vrienden en fans zaten ondertussen 13 kilometer verderop in het Olympisch Stadion te wachten op hun helden van wie de sprinters in Azië achterbleven voor het WK in China. Aan boord zat wel de in Noorwegen woonachtige snowboardster Cheryl Maas die op het laatst besloot toch maar een tussenlanding in Nederland te maken. „Ze wilde per se de huldiging meemaken”, lachte een woordvoerster van NOC*NSF.
Hoewel de speciale oranje Boeing 777-300 – ook wel de ‘Orange Pride’ genoemd – niet kon worden ingezet wegens onderhoud, werd alles uit de kast gehaald om de wintersporters een warm welkom te geven. Zo begeleidden twee F-16’s van de Koninklijke Luchtmacht het toestel tijdens het laatste stuk richting Schiphol en werden Ireen Wüst en co. aan boord getracteerd op oranje smoothies, champagne en een goodiebag.
Huldiging
Maar het mooiste moest nog komen en dat was natuurlijk de huldiging in het Olympisch Stadion dat in de wintermaanden is omgetoverd tot de ‘Coolste baan van Nederland’. Honderden mensen trotseerden de kou om hun helden toe te juichen. Hun geduld werd aardig op de proef gesteld, maar toen rond kwart over zes de beats van Martin Garrix door het stadion klonken betraden de Nederlandse olympiërs onder leiding van chef de mission Jeroen Bijl het podium.
Het werd één grote zegetocht en het mooie was dat bijvoorbeeld de onfortuinlijke Niek van der Velden ook was uitgenodigd door het NOC*NSF om te worden gehuldigd. De 17-jarige snowboarder brak vlak voor zijn eerste wedstrijd zijn rechterarm en kon zodoende niet in actie komen in Pyeongchang, maar klom wel als eerste atleet het oranje podium op.
Verhalen
Min of meer in volgorde van succes werden daarna de ‘helden van Pyeongchang’ naar voren geroepen. Wüst, winnares van goud op de 1500 meter en zilver (3000 en ploegachtervolging), kroonde zich in Zuid-Korea tot de meest succesvolste Nederlandse atleet op de Olympische Spelen. Het was logisch dat zij als laatste, met de Nederlandse vlag, het stadion binnenliep. Bijl nam vervolgens het woord. Hij wilde niet één prestatie als hoogtepunt noemen. „Voor mij waren alle medailles een hoogtepunt, allemaal met een eigen verhaal waarvoor is gestreden. Samen hebben ze het erg goed gedaan.”
En wát een verhalen werden er geschreven. Zoals die van Koningin Wüst en Koning Kjeld. Want bij je debuut op de Spelen de ‘dubbel’ pakken op de 1000 en 1500 meter was voor Pyengchang nog maar twee keer eerder voorgekomen. Maar Kjeld Nuis deed het. Of wat te denken van Suzanne ‘Stuiterbal’ Schulting die volkomen verraste met haar goud op de 1000 meter schorttrack.
Succes
En dan was er natuurlijk nog Sven Kramer. Weliswaar voltooide hij zijn gouden hattrick op de vijf kilometer, maar het was toch vooral het opnieuw mislopen van goud op de tien kilometer die zijn Olympische Spelen tekende. De klasbak kwam er op het podium nog even op terug: „De eerste week met goud op de 5000 meter was fantastisch, de tweede met de 10 kilometer teleurstellend. Maar achteraf moet ik tevreden zijn met mijn hattrick.”
Naast die verhalen was er natuurlijk het enorme succes. De twintig plakken in totaal, waarvan acht gouden medailles, waren een feestje meer dan waard. De olympiërs genoten dan ook met volle teugen van hún moment. En terecht.