Johan van Boven
Johan van Boven Sport 9 feb 2018
Leestijd: 6 minuten

Antoinette de Jong: een paardenmeisje op schaatsen

Om de olympiërs beter te leren kennen duiken we in hun Instagram-account om ze aan de hand van enkele foto’s te interviewen. Vandaag: de 22-jarige schaatsster Antoinette de Jong, die zaterdag op de 3.000 meter Ireen Wüst wil kloppen.

Dit is je eerste post op Instagram op 20 oktober 2013. Wat zie je?
Een jong meisje dat nog niet allemaal heeft meegemaakt wat ze inmiddels heeft meegemaakt. Zij wist totaal nog niet wat er in de toekomst ging gebeuren. Een onervaren persoon. Toen had ik totaal niet gedacht dat ik in 2018 al voor de tweede keer op de Olympische Spelen zou staan. Deze foto is gemaakt aan het begin van het olympisch seizoen en twee maanden later plaatste ik me voor Sotsji. Ik zat toen in Jong Oranje en had alleen nog maar de juniorentijd meegemaakt en nog niet de harde seniorenwereld. Alles ging een beetje vanzelf, maar inmiddels weet ik dat je er als schaatser in de top keihard voor moet werken. Nu ben ik volwassen en weet ik wat ik wil en wat ik daarvoor moet doen. Ik was toen nog een onwetend meisje uit Friesland.

Je plaatst veel paardenfoto’s.
Mijn moeder en opa fokken met Friese paarden en mijn moeder sprong vroeger wedstrijden. Toen ik nog maar een paar maanden oud was, werd ik al voorop een paard gehesen. We woonden op een boerderij waar het allemaal om paarden draaide. Ik ben ermee opgegroeid. Op mijn vierde kreeg ik een kleine pony, waarmee ik heel veel wedstrijden heb gewonnen. Donja was maar 1.23 meter, een klein dingetje, maar we werden wel mooi Fries kampioen. Ik heb ook nog op het springpaard van mijn moeder gereden, maar op een gegeven moment moest ik de keuze maken tussen paardrijden en schaatsen. Paardrijden kan altijd nog, dus koos ik voor het schaatsen.

Een lastige keuze?
Ja. Dan zag ik mijn paard in de wei staan… Heel lastig vond ik dat. Ik kan niet op een paard zitten om zomaar wat rondjes te rijden, zonder doel. Als ik ergens aan begin wil ik ergens naar toe werken. Naar wedstrijden, naar topprestaties. Dat was moeilijk.

Had je graag op de Olympische Zomerspelen willen laten zien wat je op een paard kunt?
Héél graag. Maar je moet er zo ongelooflijk veel geld in steken en ook een team om je heen verzamelen om dat te kunnen bereiken. Ook moest je drie concours per week rijden, dat was net iets te veel voor mijn ouders en opa.

Geen spijt van je keuze?
Het blijft lastig. Toch denk ik dat ik er verstandig aan heb gedaan om voor het schaatsen te gaan. Hoewel ik niet wist hoever ik kon komen, want op de trainingen was het echt niet allemaal geweldig. Toen ik meer ging trainen werd ik ineens Nederlands kampioen. Dat was het moment waarop ik wist: er is meer mogelijk.

Hier ben je met je moeder en zusje op vakantie.
Na de Spelen gingen we met z’n drieën naar Turkije. Mijn vader bleef thuis om voor de paarden te zorgen. In Pyeongchang is wel iedereen erbij, ook mijn vriend. Het is voor mij heel belangrijk om de mensen om wie ik geef bij me te hebben. Ik kan me er vlak voor de wedstrijd voor afsluiten, want ik moet het helemaal zelf doen. Tijdens de race ben ik niet bezig met wie er op de tribune zitten. Maar het eindresultaat wil ik gelijk kunnen delen met de mensen die belangrijk voor mij zijn. Op hen kon ik terugvallen toen het wat minder ging, bijvoorbeeld toen ik was overgestapt naar Clafis, de ploeg van coach Jillert Anema. Dat pakte voor mij volledig verkeerd uit. Ik had de ene na de andere blessure en ik viel weg uit de top. Het ging helemaal fout. Ondanks dat dieptepunt bleven mijn ouders in mij geloven en steunden ze mij. Als je wint heb je vrienden en als je verliest blijven er heel weinig over en weet je aan wie je wel iets hebt.

Diploma komt langzamerhand in zicht, schreef je bij deze foto. 
Ik zat op het CIOS in Heerenveen en het was best lastig om die opleiding te combineren met het schaatsen. Het was fijn dat het eind in zicht was en dat ik het diploma ook daadwerkelijk heb gehaald. Ik heb nog geen idee wat ik er uiteindelijk mee ga doen, maar ik vond het belangrijk om mijn opleiding in ieder geval af te ronden. Het is leuk om kennis over te brengen op jongeren, misschien dat ik daar later iets mee ga doen. Maar ik ben zelf nog jong zat en ik denk nog zeker tien jaar mee te kunnen als schaatser. Dus na Zuid-Korea heb ik nog twee Olympische Spelen voor de boeg.

Hier juich je samen met Ireen Wüst. Wat betekent zij voor jou?
Dit is na het seizoen bij Clafis, toen ik mezelf herpakte. Ireen is een goede ploeggenoot, we maken elkaar sterker. We zijn geen vriendinnen, maar dat hoeft ook niet. We zijn tenslotte elkaars grootste concurrenten, samen met Martina Sablikova.

Kun je haar kloppen op de Spelen?
Ik heb haar op alle 3 kilometers van dit jaar geklopt en ik weet dus dat ik het in me heb om dat te kunnen. Ik ben goed. Ik sta er op de belangrijkste momenten. Al moet ik het natuurlijk nog wel doen…

Hier heb je je net geplaatst voor Pyeongchang.
Het was een heel bijzonder moment. Er was tijdens het olympisch kwalificatietoernooi zo ongelooflijk veel spanning, het publiek was doodstil. Als het nu niet lukt, is het hele seizoen voorbij. Dan kun je weer opnieuw beginnen richting de volgende Olympische Spelen. Ik was enorm nerveus, zelfs tijdens de rit. Maar ik wist hoe ik ermee om moest gaan en toch het uiterste uit mezelf moest halen. Ik weet vandaag de dag wat ik aan kan en hoe ik mijn race moet indelen, dat gaat allemaal op gevoel. Ik let totaal niet op de rondetijden.

Huh?
Nee, ik doe het echt op gevoel. Daar voel ik me lekker bij. Dat ik uiteindelijk de 3 kilometer won gaf een geweldig gevoel en veel zelfvertrouwen voor de Spelen.

Tijdens je eerste Winsterspelen was dat heel anders.
Toen was ik pas achttien jaar en werd ik overdonderd door het enorme circus eromheen. Ik kwam in de laatste rit in actie en toen ik de tijden zag, dacht ik: dat kan ik ook. Maar ik verstijfde van de spanning en het schaatsen ging gewoon niet meer. Ik eindigde als zevende. Dat gevoel wilde ik nooit meer. Nu weet ik wat ik wel en niet moet doen en telt er maar een ding: een medaille.

Welke kleur?
Ik wil voor mijn gevoel een goede race hebben gereden. Dat moet dan wel een medaille opleveren. Met de derde plek kan ik best tevreden zijn, maar als topsporter ga ik natuurlijk voor goud. Ik heb niet voor brons getraind.

We speelden ook Metro’s olympische Zuid-Korea-quiz met Antoinette de Jong:

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.