Anice Das: Heel soms speel ik Yahtzee in m’n eentje
Om de olympiërs beter te leren kennen duiken we in hun Instagram-account om ze aan de hand van enkele foto’s te interviewen. Vandaag: sprintster Anice Das.
Je eerste foto van 2018. Wie staan er nog meer op?
Mijn tweelingzus Savida en haar zoontje Gyan van drie maanden oud. Ze heeft ook nog een zoontje van anderhalf jaar, Anay. Dit was vlak na het OKT, een toernooi waar ik natuurlijk ontzettend naartoe had geleefd. Nadat ik me had gekwalificeerd voor Pyeongchang kwam alle spanning eruit en was ik even flink ziek waardoor ik het EK moest missen, maar dat ik naar de Spelen ga is een droom die uitkomt.
Voor veel mensen was het een verrassing dat je je kwalificeerde voor de Spelen.
Aan de ene kant was dat het ook wel, aangezien dat ik concurrentie heb uit mijn eigen team en van meiden daarbuiten, maar de verschillen zijn klein. Maar aan de andere kant: ik rij al jaren in de top 5. Op een gegeven moment moet het eruit komen. Gelukkig voor mij gebeurde dat op het OKT.
Een belangrijke datum voor jou en je zus: 24 augustus 1986.
Ja, dat is de dag waarop Savida en ik aankwamen in Nederland. We zijn geadopteerd. Ooit hopen we onze biologische moeder te ontmoeten, maar het ‘India-verhaal’ is iets voor na de Spelen.
Ligt het moeilijk?
Het ligt heel gevoelig en alles staat nu in het teken van schaatsen. Ik denk alleen aan Pyeongchang. Al het andere leidt af. Er wordt veel de nadruk gelegd op mijn achtergrond. Laatst vroeg een collega van jou hoe het voor mij is als donkere meid in de ‘witte wereld’ van het schaatsen.
Ok, dan streep ik die vraag nu door.
Hahaha, lekker ad rem. Maar het is opmerkelijk dat alleen journalisten er naar vragen. In de schaatswereld zelf is het geen issue.
Hoe ben je begonnen met schaatsen?
Ik ben opgegroeid in Assen en met de basisschool gingen we ieder schooljaar schaatsen. Vroeger had je vaker natuurijs dan nu en dan gingen we met de hele school het ijs op. Savida en ik vonden het fantastisch en zijn op een club gegaan. Sindsdien ben ik niet meer gestopt.
Had je meteen talent?
Nee, niet dat ik weet. Ik vond het gewoon heel erg leuk om te doen. En als je iets leuk vindt ga je steeds met kleine stapjes vooruit. Ik weet nog wel dat ik in 1998 naar de Winterspelen van Nagano keek en dacht: ‘daar wil ik bij zijn’. Maar ik had toen nog geen benul of dat haalbaar was. Ik wist wel dat ik me meteen wilde specialiseren op de sprint. De lange afstanden liggen me niet. Ik kom daarvoor fysiek te kort.
Je band met je zus is ontzettend hecht, is ze erbij in Pyeongchang?
Ja, maar mijn hele familie is erbij. Ik kom uit een ontzettend hecht gezin. Niet alleen bij mij was de ontlading groot toen het duidelijk werd dat ik naar Zuid-Korea zou gaan, maar bij iedereen. Dat was een fantastisch gevoel om mee te maken. Ik vind het zo ontzettend gaaf dat zij er straks ook bij zullen zijn.
Schaatsen, kamperen. Hollandser kan het niet.
Ja, hahaha. Maar ik ben ook puur Hollands. Ik ben 32, woon 31 jaar in Nederland. Dit was bij twee vriendinnen van mij die op een camping stonden in Duitsland en ik ging een dagje bij ze langs. Vroeger gingen we met onze ouders altijd kamperen in Noorwegen. Dan trokken we met de camper door het hele land. Ik vind slapen in een tent heerlijk, maar het liefst zit ik dan wel op een camping in Zuid-Frankrijk of Portugal. Het moet warm zijn, zodat je ’s ochtends je tent ‘uitfikt’. Ik vind dat een heerlijk gevoel. Veel mensen vinden luchtbedden misschien niet zo fijn, maar ik vind het heerlijk liggen tijdens een kampeervakantie.
Maar een beetje luxe kun je ook wel waarderen?
Haha, ik ben helemaal niet van de ‘blingbling’. Dat ik deze foto heb gepost is een grapje. Ik ben helemaal tevreden met mijn auto van de sponsor.
En wat betreft andere ‘blingbling’, zoals sierraden?
Ben ik ook niet zo van. Ik gebruik bijvoorbeeld ook bijna geen make-up. Soms mascara of een oogpotlood, maar geen foundation of zoiets.
Ben je ijdel?
Ik hoef er niet als een slons uit te zien, maar ik hou er wel van om af en toe een joggingbroek aan te hebben.
Een teamselfie, wat voor rol heb jij in Team AfterPay?
Ik ben redelijk aanwezig, haha. Je zou mij een gangmaker kunnen noemen. Ik hou van vrolijkheid en ben sociaal. Ik probeer anderen altijd te helpen. Ik vind het belangrijk om een goed team om je heen te hebben. Leuke meiden waaraan ik me op kan trekken en andersom. Ik ben toch veel op pad.
Wat doen jullie naast trainen?
Veel kaartspelletjes. Met de groep spelen we vaak Take 5 en in mijn eentje speel ik soms ook geregeld Yahtzee. Het is een beetje gek, maar het kan heus wel! Verder hou van films kijken vanaf de bank met een dekentje en een pot thee. Mijn laptop gaat altijd mee zodat ik Netflix kan kijken. Ik hou van ‘wijfenkomedies’. Grace and Frankie vind ik geweldig, maar ook The Crown vind ik fantastisch. En ik hou van lezen. Boeken van Jill Mansell zijn mijn favoriet, als het maar lekker licht en ontspannend is.
En af en toe een concertje zie ik.
Dat was Bruce Springsteen op het Malieveld in Den Haag. Dat was fantastisch, wat een energie heeft die man. Hij ging maar door en door. Het concert duurde zo’n 3,5 uur. Het was ongelooflijk. Ik was daar met mijn oude buren waar ik nog veel contact mee heb. Maar ik ga niet vaak naar concerten hoor. Het past nooit echt in mijn schema en vaak is het ook nog ver weg. Toevallig komt Marco Borsato in april naar Groningen. Dat is gelukkig wat dichterbij. Zelf luister ik vooral dance. Muziek speelt in een belangrijke rol in mijn voorbereiding. Ik heb het nodig om me vlak voor de wedstrijd helemaal af te sluiten van de buitenwereld.
De laatste: jij houdt nog ouderwets met pen en papier de rondetijden bij als je naar schaatsten kijkt.
Vroeger had je altijd zo’n speciale bijlage in de krant met een invulschema als er een groot schaatstoernooi was. Ik vond dat altijd leuk om te doen: lekker schaatsen kijken en dan de rondetijden bijhouden. Af en toe doe ik dat nog wel eens. Het is lekker ontspannend en je ziet hoe anderen hun race opbouwen. Nee, ik heb geen schrift met mijn eigen tijden. Die weet ik wel uit mijn hoofd. Als ik rij ben ik ook nooit bezig met het resultaat, ik wil gewoon zo hard mogelijk rijden. Ik hoop dat ik in Pyeongchang mijn beste race ooit rijd en dan hoop ik op een mooie klassering.