Johan van Boven
Johan van Boven Sport 27 nov 2017
Leestijd: 6 minuten

Wat is het geheim van een goede voetbalanalyticus?

Ronald de Boer wilde best het WK van 2010 analyseren voor Al Jazeera Sport. Nadat hij zijn voetballoopbaan had afgesloten bij de Qatarese clubs Al-Rayyan en Al-Shamal was hij tenslotte nog een paar jaar in de oliestaat blijven hangen om zijn mening te geven over wedstrijden. Het wereldkampioenschap in Zuid-Afrika werd zijn eerste klus als analist.

Tegen Nasser Al-Khelaifi, de grote baas van de sportzender en tegenwoordig eigenaar van Paris Saint-Germain, zei De Boer dat hij naar huis zou gaan als Oranje uitgeschakeld was. Het Nederlands elftal haalde onder Bert van Marwijk de finale. „Dus was het vijf weken lang feest”, zegt De Boer lachend. Hij had direct de smaak te pakken, want sindsdien heeft hij weinig anders meer gedaan dan voetbalwedstrijden analyseren.

Serieuzer

Toen hij in Nederland terugkeerde, hing gelijk de NOS aan de lijn om te vragen of De Boer af en toe aan tafel wilde komen zitten. En ook Sport1 bracht graag zijn mening over buitenlandse competities en Europese toernooien op de beeldbuis. „Het vak van analist werd alsmaar serieuzer genomen en het ging mij goed af. Als speler stond ik al vaak voor de camera, want Frank en ik werden altijd naar voren geschoven om ons verhaal te doen. Op een gegeven moment belde Fox Sports of ik de Eredivisie wilde doen en nu analyseer ik ook nog de Champions Leagueduels voor Veronica. Een ideaal verlengde van mijn carrière als speler, want voetbal blijft toch mijn leven.”

Bovendien liggen er prettige bedragen klaar voor voetbalanalisten. „Het verdient heel lekker”, zegt Mario Been, die ook regelmatig te zien is bij Fox Sports. „Dat is mooi meegenomen, maar het is vooral heel leuk. Ik deed het vroeger als speler en trainer ook al. Ik heb zelfs nog dingen gedaan voor Sport7. Nu ik geen binding meer met een club heb, kan ik vrijer praten, dat is een stuk prettiger. Als trainer van NEC kon ik natuurlijk niet zomaar van alles roepen over spelers en trainers.”

Toine van Peperstraten en Mario Been. Foto: Pro Shots / Fox Sports

Toch is Been niet te betrappen op keiharde kritiek, zegt de oud-speler en -trainer van onder meer Feyenoord zelf. „Bij mij is het glas altijd half vol. Ik zal nooit iemand helemaal affikken. Dat komt omdat ik weet hoe vreselijk moeilijk het voor een speler of trainer kan zijn. Maar de kijkers zijn natuurlijk niet gek he? Als het een kutwedstrijd is zien zij dat ook en benoem ik het heus wel. Maar ik zal nooit iemand volledig doormidden zagen op tv.”

Been vindt dat een verleden als speler of trainer op het hoogste niveau een voorwaarde moet zijn om aan te mogen schuiven als analist. „Dan weet je pas echt waar je over praat.” De Boer sluit zich daarbij aan. „Ik kijk heel anders naar een wedstrijd dan de gemiddelde kijker. Durft een trainer te wisselen? Heeft hij een eigen filosofie en wat is daarvan terug te zien in zijn elftal? Wat voor verschillende tactieken worden er gehanteerd? Bovendien heb ik een enorm netwerk. Bij heel veel clubs ken ik mensen die mij haarfijn kunnen uitleggen hoe het er daar aan toe gaat. Dat heb je nodig om écht een goede analyse te kunnen maken.”

Containerbegrippen

Zonder namen te noemen zegt De Boer dat niet iedereen met een verleden in het profvoetbal geschikt is voor het vak dat hij nu beoefent. „Je moet er feeling voor hebben. Aan sommigen zie je gewoon dat ze niet lekker op hun stoel zitten of dat ze hun mening niet durven geven. En je moet niet in containerbegrippen praten.”

Op social media moet met name John Heitinga het ontgelden als hij bij Veronica zijn licht laat schijnen op een Champions Leaguewedstrijd. Er werd zelfs een Twitteraccount aangemaakt om zijn clichés op de hak te nemen: @AnalistHeitinga. Tweets als ‘Het staat 1-1, het kan nog alle kanten op’ en ‘Als je steeds bovenaan staat, en ook nog na de laatste speelronde, dan ben je kampioen. Zo werkt het’ werden gretig geretweet.

Presentator Toine van Peperstraten zat in de studio tegenover Heintinga en had al snel door wat zijn valkuil was. „Hij wilde te snel de diepte in, terwijl hij misschien beter kleedkamerverhalen had kunnen gebruiken. Toen wij op bezoek gingen bij een kleine club, losten wij het zus en zo op, dat soort zaken. En misschien zat John te snel weer aan tafel nadat hij kritiek had gehad. Wellicht was het handiger geweest als er meer tijd tussen had gezeten. Het heeft ook met het maken van vlieguren te maken. Er zijn genoeg analisten die slecht begonnen en uiteindelijk wel goed werden. Zo vond ik Mark van Bommel in het begin erg timide en nerveus, maar hij maakte al heel snel progressie en is nu een uitstekende analist.”

Kenneth Perez wordt over het algemeen gezien als de beste voetbalanalist van de Nederlandse televisie. De Deen had tijdens zijn loopbaan (onder meer bij AZ, Ajax, PSV en FC Twente) al de wens om iets op tv te gaan doen. „Ik wilde de nieuwe Gary Lineker worden. Het leek mij geweldig om zo’n goede presentator te zijn, maar die droom heb ik laten varen, omdat ik vind dat mijn beheersing van de Nederlandse taal daar niet goed genoeg voor is. In Denemarken heb ik een half jaar een voetbalprogramma gepresenteerd, maar uiteindelijk kwamen we tot de conclusie dat het niet handig was dat ik in Nederland woonde. Ik had niet genoeg affiniteit met de Deense competitie.”

Kenneth Perez wilde eigenlijk presentator worden. Foto: Pro Shots / Fox Sorts

Eredivisie Live (nu Fox Sports) gaf hem de kans als analist de tv-wereld in te rollen. In die rol is een verkeerde Nederlandse zin minder erg dan als presentator, zegt Perez zelf. „Het klinkt misschien gek, maar ik denk juist dat mijn simpele Nederlands een voordeel is. Alle lagen van de bevolking begrijpen mij. Voetbal is geen rocket science, maar je moet het wel begrijpelijk kunnen overbrengen.”

Zijn grootste kracht is onafhankelijkheid, vindt Perez. Al is dat gemakkelijker gezegd dan gedaan. „Ieder mens heeft voorkeuren voor personen, clubs of spelsystemen, dat is nu eenmaal zo. De kunst is om daar zo professioneel mogelijk mee om te gaan. In de loop der jaren heb ik flink wat collega’s zien komen en gaan. Het vak van analist is niet voor iedereen weggelegd. Ik speel geen toneel. Als ik op tv iets over iemand zeg, moet ik het de volgende dag op straat ook recht in zijn gezicht durven zeggen, dat is mijn stelregel.”

Juist door die onafhankelijkheid moest hij als jeugdtrainer bij Ajax vertrekken. De Amsterdamse club vond dat Perez als analist te eerlijk was over zijn werkgever. „Dankzij mijn werk als trainer werd ik ook een betere analist, dus ik was het liever blijven combineren. Maar omdat er bij Ajax geen duidelijk toekomstperspectief werd geschetst, heb ik voor mijn baan als analist gekozen. Ik doe het nu al járen en ik vind het nog steeds superleuk. Ik zou niets anders willen doen.”

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.