Jeroen Haverkort
Jeroen Haverkort Sport 30 nov 2017
Leestijd: 4 minuten

‘Homofoob Ruben Schaken is een domme popie jopie’

‘Je weet nooit wanneer hij zijn kunstje flikt’, aldus oud-Feyenoorder Ruben Schaken over homoseksuele voetballers in zijn onlangs verschenen biografie Einde aan de Bullshit. De oud-aanvaller zegt bij Feyenoord met twee spelers te hebben gespeeld die op mannen vielen. Toen hij daarachter kwam, bekeek hij ze met ‘andere ogen’.

Kwetsend

„Ik heb de uitspraken van Schaken gelezen”, zegt Karin Blankenstein. Ze is de zus van de inmiddels overleden arbiter John Blankenstein, die openlijk uitkwam voor zijn seksuele geaardheid en een activist was op het gebied van homorechten. Na zijn overlijden in 2006 werd in 2008 de John Blankenstein Foundation opgericht, waarvan Karin de voorzitter is. „Wij maken ons hard voor de sociale acceptatie van homo’s en biseksuelen in de sport”, zegt ze. „Deze uitspraken van Schaken zijn heel kwetsend. Ook voor de twee spelers die hij niet bij naam noemt.”

De homofobe uitspraken van Schaken bevestigen nog maar eens dat homoseksualiteit een groot taboe is in de voetballerij. Ondanks de talloze initiatieven van de KNVB, de Vereniging van Contractspelers en de John Blankenstein Foundation wordt het door spelers nog steeds niet veilig gevonden om uit de kast te komen. En wie kan het ze kwalijk nemen na de uitspraken van Schaken?

Dom

Van een verloren strijd wil Blankenstein echter niks weten. „Schaken is maar een enkeling, een popie jopie die zijn boek wil verkopen. Ik vind zijn uitspraken jammer en vooral dom. Hij is een hindernis waarvan er meer zijn in onze strijd om acceptatie. In 2014 hebben we samen met de VVCS een onderzoek onder 400 contractspelers uitgevoerd waaruit blijkt dat de meeste spelers geen enkel probleem hebben met een homoseksuele collega in het team.”

„Het is maar één uitspraak van één speler”, zegt VVCS-voorzitter Danny Hesp. „Spelers zoals Schaken zullen er altijd zijn, maar het onderwerp is bespreekbaar gemaakt in de kleedkamer. Seksuele geaardheid staat op de agenda, naast racisme en matchfixing. Dat was vijf jaar geleden nog ondenkbaar.”

Lange adem

Er zijn dan ook grote stappen gemaakt volgens Blankenstein en Hesp. „Clubs spelen een belangrijke rol door het onderwerp bespreekbaar te maken”, zegt Blankenstein. „Het scheelt al heel veel als bijvoorbeeld een trainer zegt dat je altijd bij hem terechtkunt ongeacht culturele achtergrond, huidskleur, ras, seksuele voorkeur of religie. Homo-acceptatie in de voetballerij is een kwestie van de lange adem, maar de situatie is wel verbeterd. We zijn inmiddels bij elke profclub langs geweest, we geven workshops en we merken dat spelers homo-acceptatie steeds normaler gaan vinden.”

Blankenstein en Hesp vinden dat het mooiste voorbeeld hiervan zes weken geleden plaatsvond toen de aanvoerders in het betaalde voetbal met een regenboogband aandacht vroegen voor diversiteit in zowel het betaald als amateurvoetbal. „Dit was een initiatief van de aanvoerders zelf, niet van de clubs”, benadrukt Hesp.

Kashia

„Guram Kashia van Vitesse kan bij mij niet meer kapot” zegt Blankenstein. „Hij kreeg in zijn eigen land Georgië veel kritiek op de actie, maar haalde zijn schouders erover op en zie dat het hem niet uitmaakte wie je bent of wat je doet zolang je anderen geen kwaad doet. En de vraag vanuit het amateurvoetbal voor die band was overweldigend. Mooi toch?”

Ondanks alle stappen voorwaarts is er nog steeds geen voetballer opgestaan die openlijk zegt dat hij homoseksueel is. „Ik had dat ook niet verwacht hoor”, zegt Blankenstein. „Natuurlijk zal het heel erg helpen in de strijd naar acceptatie, maar dat is een individuele keuze. We zullen een speler die keuze nooit opdringen.”

Machocultuur

Het is geen doel op zich, benadrukken Hesp en Blankenstein. „Ik heb nooit gezegd dat ik hoop dat een speler binnen zoveel jaar uit de kast zal komen”, zegt Hesp. „Het gaat erom dat er in de voetballerij nog steeds een machocultuur heerst. Ons doel is om dat klimaat te veranderen. Het gaat om het bredere plaatje en daarin maken we vorderingen.”

„In dat opzicht zou het eigenlijk mooier zijn dat er straks een jeugdspeler doorbreekt van wie al bekend is dat hij homoseksueel is”, hoopt Blankenstein. „Dan is het geen issue meer.”

‘Tijd voor een nieuw onderzoek’

De KNVB lanceerde in 2012 het ‘actieplan homo-acceptatie’, met als slogan: voetbal is voor iedereen. Sindsdien is het actieplan onderdeel van het KNVB-handboek voor coaches, bestuurders en arbiters en worden er bij de clubs, zowel amateurs als profs, voorlichtingsbijeenkomsten gehouden. In 2014 werd er voor het eerst onder Nederlandse profvoetballers een onderzoek uitgevoerd naar homofobie. De spelersvakbond VVCS en de John Blankenstein Foundation ondervroegen 850 profs in de ere- en eerste divisie, de helft van de spelers werkte mee. Uit de enquête bleek dat 70 procent van de profvoetballers er geen enkel probleem mee heeft als een directe collega uit de kast zou komen. Wel schetst 82 procent van de respondenten dat het in het huidige klimaat ‘heel moeilijk’ is om als homo in de openbaarheid te treden. De belangrijkste redenen die hiervoor worden aangevoerd zijn: het gedrag van de fans (57 procent), de machocultuur in het voetbal (49 procent) en aandacht van landelijke media (32 procent). „Het wordt wel tijd voor een nieuw onderzoek”, vindt Blankenstein. „Dit zou mooi volgend jaar kunnen, want dan bestaan we tien jaar. Ik ben benieuwd hoe die percentages nu liggen.”

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.