Jeroen Haverkort
Jeroen Haverkort Sport 16 okt 2017
Leestijd: 6 minuten

Siyar Bahadurzada: Vluchteling is nu koning in Kabul

Siyar Bahadurzada vluchtte achttien jaar geleden uit Afghanistan, maar nu wordt de vechtsporter als een koning ontvangen in zijn geboorteland. „Maar Amsterdam is mijn thuis.”

Vlucht

Vijftien jaar is MMA’er (mixed martial arts) Siyar Bahadurzada, een puber nog, als zijn vader zijn slaapkamer binnenstormt. „We moeten weg hier, zoon! Nu meteen.” Het is 1999 en Afghanistan zit middenin een bloedige burgeroorlog. Drie jaar eerder heeft de Taliban de hoofdstad Kabul ingenomen en wordt het ‘Islamitische Emiraat Afghanistan’ gesticht. „Mijn vader was een zakenman en had veel politieke contacten”, blikt Bahadurzada, die uitkomt in de UFC (de grootste MMA-organisatie ter wereld), terug. „Het werd te gevaarlijk voor ons om te blijven. We moesten direct weg, konden niks mee nemen.”

Beduusd trekt hij snel een spijkerbroek en een trui aan. „Ik weet eigenlijk niet meer zoveel van die dag. Het was donker, dus het moet middenin de nacht of vroeg in de ochtend zijn geweest dat we vertrokken. Het was spannend, het voelde aan als één groot avontuur. Het enige wat ik erg vond is dat ik mijn rottweiler Shareed niet kon meenemen.”

Lijken

In een auto rijdt het gezin Bahadurzada – vader, moeder, Siyar en zijn twee broers – naar Iran om van daaruit het vliegtuig naar Nederland te pakken. „Wij hadden in materieel opzicht niks te klagen in Afghanistan; we hadden een groot huis, een auto en we leden geen honger. Maar het was onveilig. Ook voordat de Taliban er was, kende Afghanistan alleen maar oorlog. Het is een onrustig land met veel bevolkingsgroepen die allemaal de macht willen hebben. Je hebt de Pasthoon, Tadzjieken, Hazara, Oezbeken en Turkmenen. In Kabul, waar ik ben geboren, werd er veel gevochten. Toch speelde ik vaak op straat. Als er gevechten losbraken, zochten ik en mijn vriendjes dekking, wachtten we af en speelden daarna verder alsof er niks was gebeurd. Het kwam vaak voor dat we aan het stoeien waren, terwijl er lijken en allerlei ledematen op straat lagen. Absurd natuurlijk, maar voor ons heel normaal.”

Het is een wonder dat Bahadurzada en zijn familie ongedeerd blijven. „Maar ik heb veel vrienden verloren. Dan ging ik ’s morgens naar een vriendje, werd er opengedaan en kreeg ik te horen dat hij er niet meer was.”

Afgestompt

In Nederland heeft Bahadurzada het moeilijk in het begin. „Ik had iedere avond nachtmerries, dan werd ik badend in het zweet wakker. Mijn shirt en beddengoed waren dan kletsnat. Ook maakte ik moeilijk vriendjes. Ik was sociaal afgestompt. Wat had het immers voor nut om vriendjes te maken? Ze gingen toch allemaal dood.”

In vechtsport vindt hij een uitlaatklep. „We zaten eerst in Groningen, maar al vrij snel gingen we naar Deventer waar ik Martijn de Jong, vechtsportgrootmeester en oprichter van Tatsujin Dojo, leerde kennen. Nederland was veilig, maar ik miste wel spanning in mijn leven. In Kabul vlogen de kogels me letterlijk om mijn oren. Je voelde dat je elk moment kon sterven. Dat zorgde voor een adrenalinerush. Ik miste dat in Nederland. Pas in de octagon vond ik dat terug.”

Nachtmerries

Bahadurzada maakt naam in de MMA, in Japan wordt hij in 2007 Shooto-wereldkampioen. Een titel die hij in 2012 in moet leveren als hij de overstap naar UFC maakt. Zijn wereldtitel maakt veel los in zijn geboorteland en in 2008, negen jaar na zijn vlucht, zet hij weer voor het eerst voet in Afghanistan. „Dat bezoek heeft me goed gedaan. Tot dan had ik altijd die nachtmerries, maar na 2008 waren ze verdwenen. Ik vertrok als kleine jongen met het gevoel dat Afghanistan onveilig voor me was. Maar nu kwam ik terug als wereldkampioen, als een held, en keek ik met andere ogen naar mijn land. In mijn gedachten was alles ook heel groot, maar nu vond ik alles klein. Heel raar en een beetje teleurstellend.”

Blessures en ziektes zorgen ervoor dat de vechtsportloopbaan van Bahadurzada een aantal jaren stagneert. Vooral een ernstige schouderblessure houdt hem ruim 2,5 jaar aan de kant. „Ik deed ook veel verkeerd. Ik trainde te veel en te hard, vergat te eten en soms dacht ik dat ik met dertig procent minder moeite een gevecht kon winnen.”

Volksheld

Maar die tijd ligt achter hem. Op 2 september maakte Bahadurzada in Ahoy korte metten met de Australiër Rob Wilkinson. „Ik heb nu dertig partijen gevochten, waarvan ik er zes verloren heb. Maar bij elk van die zes partijen weet ik waaraan het heeft gelegen. Als ik honderd procent gefocust was geweest en fit, dan had ik ze allemaal gewonnen. Ik sla het hardst van iedereen, in 2019 ben ik wereldkampioen.”

Een week na Ahoy gaat hij voor de derde keer – in 2010 was de tweede keer – terug naar Afghanistan. De bedoeling is om een aantal clinics aan kinderen te geven, maar zodra het vliegtuig de landingsbaan van Kabul raakt, wordt Bahadurzada van de ene plechtigheid naar de andere gesleept. „Het was niet meer normaal. Ik wist dat veel mensen in Afghanistan mijn partij tegen Wilkinson hadden bekeken en dat er in Kabul billboards van me hingen, maar dat ik zoveel teweeg zou brengen, had ik ook niet verwacht. Ik werd door de straten van Kabul gereden, ontvangen door president Ashraf Ghani en oud-president Hamid Karzai, kreeg prestigieuze onderscheidingen die normaal alleen zijn weg gelegd voor soldaten en niet voor burgers en moest een toespraak houden in het voetbalstadion van Kabul die live op de Afghaanse tv werd uitgezonden. De mensen in Afghanistan zijn ongelooflijk trots op me. Ze hebben niet zoveel te vieren. Als ik er ben, storten ze zich vol overgave in loftuitingen. Ik heb kinderen, maar ook volwassen mannen zien huilen, alleen al omdat ze met mij op de foto konden.”

Herinneringen

Hoewel Bahadurzada van zijn land houdt, ligt zijn toekomst in Nederland. „In Afghanistan word ik geleefd. Ik ging tijdens mijn bezoek naar een bruiloft van een vriend, maar dat werd één grote chaos. En het is nog steeds niet veilig. Ook niet voor mij. Afghanistan is een onrustig land waar nog geregeld aanslagen worden gepleegd en mensen worden ontvoerd voor geld. Ik ben een doelwit, maar zoveel geld heb ik nu ook weer niet, haha. Ik word rondgereden in een kogelvrije auto en heb continu bodyguards om me heen. Daar word je gek van. Af en toe moest ik ze van me afschudden. Hoe ik dat deed? Door te zeggen dat ik een afspraak met een vrouw had en daar geen andere mannen bij nodig had, haha.”

Hij kijkt rond in de koffiezaak waar we hebben afgesproken. „Ik heb niet voor niets gevraagd of we hier het interview konden houden. Amsterdam is mijn thuis. Hier heb ik alleen maar positieve herinneringen. Toen ik er 2,5 jaar uit lag met die schouderblessure heb ik de boekenlijst van Harvard gedownload en zat ik hier de hele dag te lezen. Ik heb de bussiness school Arnhem gedaan. Ik heb hier kansen gekregen en die heb ik gepakt. Ik vind het leuk om af en toe terug te gaan, maar na een week of twee moet ik weer weg. Als ik te lang in Kabul blijf, komen de negatieve herinneringen naar boven.”

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.