Johan van Boven Sport 3 sep 2017, 19:40

Leestijd: 3 minuten

De nachtkaars van het Nederlands elftal brandt nog

Het publiek in de Johan Cruijff Arena schreeuwde zondagavond vanaf de aftrap direct om alles of niets. Álles kon Oranje de supporters nog niet geven, maar dat kleine sprankje hoop op deelname aan het WK aan Rusland bleef overeind. Nu Bulgarije met 3-1 opzij is gezet, bestaat er nog een kansje dat het Nederlands elftal in oktober met zeges tegen Wit-Rusland (uit) en Zweden (thuis) een ticket voor de play-offs afdwingt.

Het wordt een heel lastig verhaal, omdat Zweden op hetzelfde moment dat Nederland tegen Bulgarije speelde, hard uithaalde tegen Wit-Rusland: 0-4. Bovendien krijgen de Scandinaviërs het zwakke Luxemburg nog op bezoek, zodat het doelsaldo nog verder kan worden uitgebreid. Dus zelfs als Oranje in het laatste duel de Scandinaviërs klopt, is de kans groot dat Dick Advocaat en zijn manschappen niet naar Rusland gaan, omdat Zweden in groep A veel meer doelpunten heeft gemaakt.

Schreeuwend

Met dat soort gegevens hoef je bij Arjen Robben niet aan te komen. Zolang er ook meer een grammetje hoop is op een goede afloop, gaat de aanvoerder van het Nederlands elftal voorop in de strijd. Zondag pepte hij zijn ploeggenoten continu op. Dat begon al in de warming-up en vlak voor de aftrap sloeg hij een paar keer – al schreeuwend – hard in zijn handen om ook zichzelf een extra boost te geven. En toen Georginio Wijnaldum hem in de eerste helft verkeerd bediende door de bal over de zijlijn te schieten, gaf Robben een applausje en maakte hij met gebalde vuisten duidelijk dat zijn ploeggenoot het de volgende keer gewoon weer moet proberen.

De 33-jarige aanvaller was dan ook zeer opgelucht toen Davy Pröpper al in de zevende minuut voor de 1-0 zorgde. Robben greep de mogelijkheid aan om ook het publiek nog een keer goed aan te sporen. Niet veel later ging de wave vrolijk door het stadion.

Robben zal in de aanloop naar het WK-kwalificatieduel met de Bulgaren ongetwijfeld af en toe hebben wakker gelegen. Als Nederland niet had gewonnen, dan zou dat het einde van een glansrijke interlandcarrière hebben betekend. Zijn grootste nachtmerrie, want hij wil zo ongelooflijk graag nog één keer naar een eindronde.

Ook Wesley Sneijder sprak die wens vorige week maar weer eens uit. Maar voor de recordinternational begint de WK-kwalificatie ook een persoonlijk drama te worden. Tijdens de afstraffing (4-0) van vorige week donderdag tegen Frankrijk, werd hij door Advocaat naar de kant gehaald en zondagavond moest hij zijn plaats afstaan aan Pröpper. De bondscoach had gehoopt op een bevlieging van de kleine middenvelder, maar het werd andermaal onderstreept dat hij zich steeds minder thuisvoelt in het moderne voetbal.

Dynamiek

Op het middenrif van een elftal moet je vandaag de dag over meer beschikken dan een goede traptechniek en de bekwaamheid om kort weg te draaien bij een tegenstander. Beweeglijkheid en een stel longen van een paard zijn tegenwoordig net zo belangrijk. Advocaat keek daarom met groot genoegen hoe zijn vervanger Pröpper voor meer dynamiek zorgde en het openingsdoelpunt en de 3-1 voor zijn rekening nam.

Na die vroege treffer dacht het wavende publiek dat het een makkelijke avond zou worden, maar na iets meer dan een kwartier kopte Georgi Kostadinov op de paal namens de Bulgaren, terwijl er vanuit Wit-Rusland alsmaar berichten over Zweedse doelpunten binnenstroomden. Bovendien plofte een vrije inzet van Kostadinov wél zomaar achter Jasper Cillessen.

Maar winnen was de enige opdracht en daar slaagde Oranje in. Dus zal Robben – die in de Arena verantwoordelijk was voor de 2-0 – ook tegen Wit-Rusland weer driftig gebaren en in zijn handen klappen om zijn teamgenoten en zichzelf op te peppen. De nachtkaars van Oranje brandt tenslotte nog steeds, ook al is het een minimaal vlammetje.