Ranomi onder de 23 seconden en andere barrières
Ranomi Kromowidjojo dook deze week in Berlijn als eerste vrouw op de 50 meter vrij onder de magische grens van 23 seconden. De zwemster tikte aan in 22.93. Welke sporters doorbraken nog meer onmogelijke geachte barrières?
https://www.youtube.com/watch?v=iYv_KtMcWsU
Bernard
Hét koningsnummer bij het zwemmen is natuurlijk de 100 meter vrij. De Fransman Alain Bernard dook op deze afstand als eerste onder de 47 seconden. Dat gebeurde op 24 april 2009 in Montpellier tijdens de halve finales van de Franse kampioenschappen: 46,94 seconden. Lang kon Bernard niet genieten van zijn wereldrecord, op 30 juli zwom de Braziliaan César Cielo 46,91 wat nog altijd het wereldrecord is.
Sjöström
Sarah Sjöström zwom tijdens het WK 2017 in de Hongaarse hoofdstad Boedapest haar 100 meter in een nieuw wereldrecord van 51.71, en gaat zo de geschiedenis in als eerste vrouw die op die afstand onder de 52 seconden blijft. Het vorige record stond op naam van de Australische Cate Campbell, die in Brisbane 52.06 zwom in juli 2016.
Jim Hines
Bij atletiek is de 100 meter sprint hét koningsnummer. Het was de Amerikaan Jim Hines die als eerste atleet de 10 secondengrens doorbrak. Hij werd op 14 oktober 1968 in Mexico-Stad olympisch kampioen in een elektronisch geklokte tijd van 9,95. Zijn wereldrecord hield maar liefst vijftien jaar stand, een ongebruikelijk lange tijd. Op 3 juli 1983 verbeterde de Amerikaan Calvin Smith de tijd van Hines naar 9,93.
Göhr-Oelsner
Marlies Göhr-Oelsner sprintte in 1977 tijdens de Oost-Duitse kampioenschappen de 100 meter naar een wereldrecordtijd van 10,88. Ze was hiermee de eerste vrouw die deze afstand onder de 11 seconden liep.
Owens en Beamon
We blijven bij atletiek, maar dan bij het verspringen. De iconische Jesse Owens was de eerste die over de grens van acht meter vloog. Hij deed dat in 1935 in aanloop naar de Olympische Spelen van Berlijn en sprong 8,13 meter, vijftien centimeter meer dan de 7,98 van de Japanner Chuhie Nambu. Owens record bleef staan tot 1960 toen landgenoot Ralph Boston 8,21 sprong. Daarna was het stuivertje wisselen tussen Boston en Igor Ter-Ovanesjan uit de voormalige Sovjet-Unie. Beiden kwamen tot 8,35, totdat ‘ene’ Bob Beamon in 1968 uit het niets 8,90 sprong. Hij sprong verder waar de meetinstrumenten stopten, er moest een extra meetlint bijgehaald worden om zijn sprong te kunnen meten. Zijn wereldrecord bleef maar liefst tot 1991 staan toen Mike Powel 8,95 sprong in Tokio. Zijn wereldrecord staat nog steeds.
Boebka
Bij het polsstokhoogspringen heb je de zogenaamde ‘6-meterclub’. In 1985 was Serhij Boebka de eerste polsstokhoogspringer die dit presteerde in Parijs door 6,14 te springen. Renault Lavillenie is momenteel de nieuwe wereldrecordhouder met een hoogte van 6,16 m die hij sprong op 15 februari 2014. De eerste vrouw die ooit meer dan vijf meter sprong, is de Russische wereldrecordhoudster Jelena Isinbajeva. Zij sprong in 2005 5,01. Haar wereldrecord staat nu op 5,06. De Amerikaanse Jennifer Suhr werd acht jaar na Isinbajeva de tweede vrouw die de grens van vijf meter passeerde.
Uytdehaage
En als laatste maken we een uitstapje naar het schaatsen en wel naar de 10 kilometer. Jochem Uytdehaage was de eerste man die onder de 13 minuten dook. Hij deed dat tijdens de Olympische Spelen van 2002 in Salt Lake City in een tijd van 12:58:92.