Jeroen Haverkort
Jeroen Haverkort Sport 22 jan 2017
Leestijd: 3 minuten

Simons: Belgische competitie-opzet slaat nergens op

Nergens in België zijn de fans zo passioneel en emotioneel als bij Standard Luik. De thuishaven van ‘Les Rouches’ ligt in de arbeiderswijk Sclessin waar vooral veel Italiaanse immigranten wonen. Met duizenden kwamen ze naar Luik op het hoogtepunt van de staalindustrie die tot midden jaren tachtig van de vorige eeuw floreerde in Wallonië. Het stadion Maurice Dufrasne, in de volksmond ‘Sclessin’ wordt omringd door kleine arbeidershuisjes en de fabrieken. „Luik is mooi van lelijkheid, ’s avonds, als er wolken boven de schoorstenen hangen, moet ik altijd denken aan de albumhoes Animals van Pink Floyd”, zei Ron Jans toen hij trainer was bij Standard.

Andere wereld

De stad ligt slechts op een half uurtje rijden van Maastricht, maar Luik is een compleet andere wereld. Op de hoek van Rue Ernest Solvay en Rue de la Centrale bevindt zich ‘The Cup’, een van de vele café’s rondom het stadion. ‘Deadlock Holiday’ van 10CC knalt uit de speakers. De voertaal is Frans. Fans drinken een pintje en er wordt veel friet gegeten. Zoveel friet dat het frituurvet veelvuldig vernieuwd moet worden. De eigenaars van de frietkotten naast ‘The Cup’ hebben er geen enkele moeite mee om hun oude frituurvet in de goot te gooien: het gestolde vet kleurt groen en ligt op verscheidene plekken als een deken op het zwarte asfalt.

Competitie-opzet

Ondenkbaar in Nederland, maar in België gelden andere regels. Dat is ook te merken aan de competitie-opzet. België werkt namelijk met twee halve competities. Eerst de ‘reguliere’ waarin na dertig duels bepaald wordt welke ploegen om de titel spelen en wie tegen degradatie. Via play-offs wordt vervolgens de beslissing geforceerd.

In Luik komt vandaag regerend landskampioen Club Brugge op bezoek. Een beladen duel, vooral voor de thuisploeg. Standard moet winnen om zicht te kunnen houden op de play-offs 1 waarin over acht speeldagen de bovenste zes ploegen spelen om de Belgische landstitel. Koploper Brugge is al zo goed als zeker van plaatsing. Zeker na de 3-0 winst in Luik. „In de play-offs 2 waar de nummers zeven tot en met veertien strijden tegen degradatie wil je echt niet zitten”, lacht Club-middenvelder Ruud Vormer. De oud-Feyenoorder maakt uit een schitterende vrije trap de 2-0. Maar hoeveel is de overwinning waard als straks de bovenste zes ploegen weer praktisch ‘vanaf nul’ beginnen?

Hoger niveau

„Bovenaan staan is altijd prettig”, zegt Vormer. „Maar je hebt gelijk als je zegt dat deze overwinning vooral goed voor de moraal is.” Toch is de Nederlander niet negatief over de Belgische competitie-opzet. „Je speelt in een seizoen meer topwedstrijden, waardoor het niveau omhoog gaat. De Nederlandse top 3 draait ook in België bovenin mee, maar de rest van de ploegen zou het zwaar hebben. Het is hier veel fysieker en compacter. Iedere wedstrijd moet je vol aan de bak.”

‘Slaat nergens op’

Club-aanvoerder Timmy Simons speelde van 2005 tot 2010 voor PSV en heeft een duidelijke voorkeur voor de wijze waarop de Eredivisie wordt afgewerkt. „Wat we hier in België doen, slaat nergens op. Een kampioen ben je in mijn ogen als je gemiddeld over een heel seizoen de beste bent. Dat is nu niet het geval. Een topploeg in België kan 10 maanden slecht spelen, maar in één maand tijd het jaar redden door op het juiste moment te pieken.”

Hij snapt dan ook niet dat er in Nederland gesproken wordt over een competitie van zestien ploegen. Als er wordt opgemerkt dat er bij de Noorderburen ook opnieuw over de BeNeLiga wordt gesproken, haalt Simons zijn schouders op. „Dat is hier in België momenteel geen discussie. Het maakt mij niet zoveel uit. Als het er daadwerkelijk een keertje van komt, moet het wat mij betreft wel op de Nederlandse manier.”

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.