Waarom onze hersenen (en wijzelf dus) dol zijn op de geur van benzine
Geur is een intrigerend gebeuren. Niet alleen zijn we dol op vers gemalen koffie en verse shag (ja, echt), maar zelfs benzine. En dat moeten we gaan missen met de elektrische auto. Maar waarom houden we nog steeds van de geur van benzine?
Metro’s collega Dennis Mons van WANT zocht het uit.
Mocht je nog ‘ouderwets’ op benzine rijden: de geur van de vloeistof is bijzonder boeiend. Maar de wetenschap is nu gedoken op het feit dat daar vast een verklaring voor moet zijn. Ze zijn het er nog niet over eens, maar ik kan me prima vinden in de twee huidige theorieën.
Elektrische auto versus de geur van benzine bij het tanken
Het klinkt wellicht raar; maar de geur van benzine bij een pompstation bij het tanken is zalig. Onderzoekers willen nu weten waarom we zo van benzine houden. Want een beetje curieus is het wel.
Het is sowieso een bijzondere geur. Benzine is namelijk, met alle goede wil van de wereld, niet écht prettig te noemen. In het goedje zitten meer dan 150 chemicaliën en normaal gesproken zouden mijn hersenen meteen het hazenpad kiezen. Maar niets is minder waar.
Er is één onderdeel wat daarvoor zorgt: benzeen. Als je gaat tanken is slechts één procent van de brandstof onderdeel van de mix. Het vliegt snel in de hens, het is doorzichtig, maar is goed voor het leeuwendeel van de bijzondere geur.
We zijn net speurhonden die zoeken naar benzine
Ook een boeiend feit is dat onze neuzen te wensen over laten. Mensen; we zijn geen bloedhonden. Toch ben ik (en jij ook) in staat de geur meteen te herkennen bij slechts 60 delen per miljoen deeltjes in de lucht. Dat zijn gewoon harde cijfers, maar wetenschappers weten nog niet zo héél goed waarom we er zo lekker op gaan.
Er zijn twee theorieën en één draait volledig om herinneringen. We zijn snel geneigd om de geur van benzine een romantisch moment te geven. Dat kan variëren van (in mijn voorbeeld) een vakantie die ik had toen ik nog klein was, of met brommers aan de gang ging met mijn vader. En met alle respect: dat heb ik bij een elektrische auto zeker niet.
Het is wat dat betreft te vergelijken met een bepaalde cologne. Soms ruik ik een persoon en denk ik meteen aan bijvoorbeeld mijn vader, moeder, oma of ex. Dit heet het Proust-fenomeen.
Onze hersenen zijn ingesteld op dat soort reacties vanwege de bulbus olfactorius. Dit is een structuur die voorkomt in de hersenen van gewervelden en betrokken bij reuk en de perceptie van geuren.
Dit deel van de hersenen sturen een signaal naar de rest van mijn grijze massa. Vervolgens bereikt het ‘t limbisch systeem waardoor ik ineens emoties, motivatie en genot ervaar (althans, da’s de theorie).
Daarnaast worden ook de amygdala en de hippocampus aangesproken, hersenstructuren die vlak bij de bulbus olfactorius liggen. Met andere woorden: mijn emoties worden vrij rap getriggerd.
Dat kan niet bij een elektrische auto: getting high
De tweede theorie over het liefhebben van de geur van benzine is meer begrijpelijk. Feitelijk stelt het dat ik high word door benzeen. De stof, evenals andere hydrocarbonaten, onderdrukt het zenuwstelsel. Hierdoor krijg ik dus tijdelijk een euforisch gevoel.
Het is wat dat betreft te vergelijken met het snuiven van lijm of verf… of die stiften op school. Maar goed, dat terzijde. Ik dwaal af.
Het zorgt er in ieder geval voor dat het de ‘mesolimbic pathway’ beïnvloedt wat dus dopamine in de hersenen loslaat. En door dopamine word ik ineens heel blij en wil ik nog wel eens blijven ruiken aan benzine. Iets te lang wellicht. Geen zorgen, ik heb dat onder controle.
Dus een elektrische auto ten spijt: de geur van benzine blijft bijzonder. Maar nu ik er over nadenk: da’s de geur van brandend rubber van autobanden ook, omdat mijn vader automonteur was.
Oké: de elektrische auto geef ik nog een kans.
Denk je toch liever aan parfum als een goed geurtje? Met dit trucje blijft de parfum ‘langer hangen’.
De herfst is prachtig: maar waarom veranderen bladeren van kleur?