Demi rent een marathon door de woestijn voor KiKa: ‘Als ziek kind kún je niet opgeven, ik nu ook niet’
„Het is loodzwaar, maar je kunt niet opgeven.” Zo ziet Demi Duivenvoorden (26), die binnenkort in korte tijd vijf marathons gaat hardlopen, het leven van een ziek kind voor zich. Demi was zelf ook ziek, en juist daarom zet ze zich nu ultiem in voor kinderen die lijden aan kanker, met KiKa. „Hulp van buitenaf is zo belangrijk. Als ik dat niet had gehad, had ik het niet gered.”
En dus staan er dit jaar maar liefst vijf marathons (42 kilometer) op de planning – zes als je de marathon van Leiden als ‘warming up’ meetelt. Dat zijn niet zomaar marathons, maar de vier grootste én de zwaarste van de wereld. De allereerste die eraan komt, in juni, in Zuid-Afrika, leidt de hardloopster namelijk door de woestijn. Brandende zon, zand als ondergrond, geen toeschouwers, en, ook belangrijk: „Geen wc’s.” Metro belt met de goedlachse Demi en het enthousiasme voor haar grote doel spat ervan af.
Marathon door de woestijn voor KiKa
Een aantal jaar geleden was dat wel anders. Toen was zij zelf ook ziek, ze had anorexia en was depressief. En het is voor haar geen raadsel wat haar redding is geweest: „Ik had heel veel hulp van buitenaf. Werkelijk iedereen hielp mij: dienstverleners, familie, vrienden, psychologen, noem het maar op. Dat heeft voor mij de doorslag gegeven.” En juist daar vindt ze de gemeenschappelijke basis met KiKa, de stichting waar al het geld dat zij ophaalt, naartoe gaat. „Zij zijn er echt voor een ander en dat is zo belangrijk.” In totaal wil ze (minimaal) 50.000 euro ophalen. Op dit moment staat de teller op ruim 2000 euro.
Omdat Demi zich nu een aantal jaar goed en gezond voelt, én de marathon van New York uitlopen haar grote droom was als kind, is deze marathon van marathons haar op het lijf geschreven. Want ook de marathon van New York, die gaat ze lopen. Net als die van Berlijn, Londen en Chicago. En dat in een tijdsbestek van vijf weken. Lachend: „Dat is er bijna elke week wel eentje, ja. Ik dacht als ik het ga doen, doe ik het ook meteen goed.” Ze hoopt deze vier marathons in onder de vier uur uit te lopen. De woestijn is een uitzondering: die is geslaagd als ze over de finish komt, hoe lang het ook duurt.
‘Stap in de schoenen van een ziek kind’
Maar zo’n stadse marathon, die kennen we. Voor veel mensen een groot doel en een enorme prestatie (je zult ondergetekende het niet zien doen). Toch springt de marathon door de Zuid-Afrikaanse woestijn er het meest uit. De renners zijn dan volledig op zichzelf aangewezen en kunnen niet rekenen op steun van buitenaf, iets dat Demi juist zo belangrijk vindt.
Echter is juist die marathon misschien wel het meest tekenend voor het doel dat Demi nastreeft. „Hiermee stap ik eigenlijk in de schoenen van een kind met kanker. Het is lood- en loodzwaar, en misschien wil je wel graag stoppen, maar het kan gewoon niet. Ik kan me alleen maar inbeelden hoe moeilijk zo’n ziektebed is voor kinderen. Daarom wilde ik mezelf de ultieme uitdaging stellen, zowel mentaal als fysiek.”
Rigoureus trainingsschema: ‘Mensen dachten dat ik gek was’
Demi heeft er echter het volste vertrouwen in dat ze heelhuids weer de woestijn uitkomt. En dat is niet gek, als je naar haar voorbereiding kijkt, die zo goed als waterdicht is. Elke ochtend staat ze om 04.30 uur op, om vrijwel meteen te beginnen met trainen. „Hardlopen, krachttraining, mijn hele leven staat op dit moment in teken van dit project. Elke week train ik zo’n veertig tot vijftig kilometers. Ik pas zelfs mijn voeding aan, neem supplementen, optimaliseer mijn slapen en recovery en train op verschillende ondergronden. Ik probeer me zo goed mogelijk voor te bereiden op verschillende omstandigheden.” Om zich voor te bereiden op de hitte in de woestijn, traint ze binnen, in warmere ruimtes. Maar ze past ook haar voeding aan: meer elektrolyten en meer hydratatie.
Toch kon de hardloopster niet op heel veel steun rekenen toen ze haar plan voor het eerst bekendmaakte. „Er waren maar een handjevol mensen die er meteen vertrouwen in hadden”, lacht ze. „Sommigen probeerden me ook op andere gedachten te brengen, ze dachten dat ik gek was geworden.”
Maar KiKa, daar was het enthousiasme bijna niet te houden. Er zijn nog andere mensen die marathons rennen voor KiKa, maar lang niet allemaal zo extreem als Demi. „Voor de één is een marathon uitlopen op zich al een hele prestatie, en dat is natuurlijk ook zo. Maar ik wil mezelf zo ver mogelijk pushen.”