Dick Trubendorffer, 25 jaar clean en baas van acht afkickklinieken: ‘Ik wilde niet meer dood, ik wilde leven’
Van zijn zeventiende tot zijn vierendertigste was hij verslaafd aan alcohol en drugs. Als Dick Trubendorffer (59) na zeventien jaar clean wil worden, helpt de Nederlandse verslavingshulp hem niet goed. En dus begint Dick na zijn afkickproces een eigen afkickkliniek: Trubendorffer. Hij is nu 25 jaar clean en staat aan het hoofd van acht behandellocaties in Nederland. „Het is een succesverhaal geworden”, zegt Trubendorffer nu. Maar zo is het niet altijd geweest.
Metro spreekt Trubendorffer over zijn inspirerende en filmachtige levensverhaal; hoe hij als jonge jongen in Amsterdam al snel belandde in de wereld van drank, drugs en geweld, maar vooral ook over hoe hij heel zijn leven wist om te draaien tot dat van een succesvol zakenman.
Dick Trubendorffer 25 jaar clean
Het was al snel duidelijk voor de 13-jarige Trubendorffer dat hij alcohol erg lekker vond. „Het maakte in één klap een eind aan mijn zorgen, mijn twijfels, mijn angsten en mijn depressie”, vertelt hij. Thuis was het niet fijn, met „altijd heibel en ruzie”. Later, op zijn zeventiende, was alcohol niet meer het enige wat hem hielp om zijn zorgen stil te krijgen. „Alcohol hielp mij tegen de angst, en cocaïne hielp tegen de depressie. Dan had ik er weer zin in.”
Op school kon hij zich niet concentreren en wilde hij het liefst weg: het nachtleven in. De 17-jarige Trubendorffer stopte met school. „Toen is het snel bergafwaarts gegaan.” Hij kwam al snel in aanraking met de verkeerde mensen, „en van het een kwam het ander”. Zo begon hij een coffeeshop en werd de tiener ingehuurd voor beveiligingsopdrachten. Het maakte niet uit door wie, als het maar goed betaalde. „In Amsterdam is dat pittig, er gebeurt een hoop”, vertelt de zakenman, duidend op de gewapende conflicten uit – wat lijkt – een vorig leven, waarbij hij is neergeschoten en -gestoken. Intussen liepen zijn verslavingen nog meer uit de hand. „Het werd steeds ernstiger en serieuzer.”
Afkickkliniek: ‘We gaan niet nog een rondje draaien met jou’
Totdat het genoeg was. Trubendorffer meldt zich aan bij een verslavingskliniek in Amsterdam. Na vijf maanden een interne behandeling te hebben gehad, gaat hij met ruzie weg. „Er gebeurde daar niks. Je mag koffiedrinken, shag roken en een krant lezen”, vertelt de ex-verslaafde. „Voor de rest van de dag zit je elkaar een beetje aan te kijken.” Na vijf maanden voelde hij zich „besodemieterd” door de verslavingskliniek, maar bij thuiskomst valt hij enorm terug.
„Ik ging wanhopig op zoek naar hulp en heb me opnieuw aangemeld.” De kliniek was voor hem in ieder geval een plek waar hij veilig was. Maar Trubendorffer werd geweigerd. „Ze zeiden: ‘We gaan niet nog een rondje draaien met jou’. En het is pinkstervakantie, dus we hebben niet zoveel tijd.”
Thuis zuipt en snuift hij zich bijna dood, zoals hij het zelf verwoordt. „Ik wilde gewoon dood.” Als laatste hoop belt hij een vriend op uit Miami, die is afgekickt van cocaïne: „Rex, ik ben hier aan het doodgaan in Amsterdam. Ik weet het niet meer.” En zo stapt Trubendorffer in 1994 in het vliegtuig.
Verslavingshulp in Amerika en afkicken
In Miami wist hij in een jaar tijd af te kicken. Elke dag ging Trubendorffer naar meetings van Narcotics Anonymous, zelfhulpgroepen met andere verslaafden. „Dat heeft mij uiteindelijk met veel eigen wilskracht en motivatie op de been geholpen.” Hij pakt zijn werk als bodyguard weer op en en gaat terug naar Europa, maar nog niet naar Amsterdam. De trigger zou daar te groot zijn, en dus vertrekt Trubendorffer naar Antwerpen. Maar op oudejaarsavond 1995 had hij, tegen iedereens verwachtingen in, weer een terugval.
„Een maand lang heb ik als een gek zitten gebruiken. Heel de maand januari ben ik de deur niet uitgekomen, behalve om open te doen om pakketjes aan te nemen.” Drank, drugs en vrouwen stonden voor de deur van zijn hotelkamer. „Ik zag er niet uit. In die paar weken was ik vermagerd geraakt en had ik verwilderde ogen gekregen.” Zijn toenmalige vriendin had de deur dichtgegooid. Dat was het moment dat het voor hem klaar was.
„Ik heb een pistool tegen mijn hoofd gezet”, vertelt Trubendorffer, „Maar toen kwam de hond de kamer binnenlopen, met de pop van m’n dochter in zijn bek.” Hij kreeg een soort shock: „Wat ben ik aan het doen?” Dat moment, in die kamer, heeft hem gered. Van het drukke hotel midden in Antwerpen ging hij naar een herberg in de bossen. „Ik wilde niet meer dood. Ik wilde leven. Ik wist alleen nog niet hoe ik dat moest doen.” Wat hij wel wist, was dat hij op die dag, 31 januari 1996, niet moest gebruiken. Sindsdien heeft Trubendorffer nooit meer drugs en alcohol aangeraakt.
En nu: oprichter en directeur van acht afkickklinieken
Maar wat is het verschil tussen de verslavingshulp in Nederland, waar het hem niet lukte om af te kicken, en in Amerika, waar hij binnen een jaar tijd clean werd? Volgens Trubendorffer zijn dat vooral de zelfhulpgroepen van Narcotics Anonymous. „De mensen daar hebben zelf ervaring gehad met een verslaving. Ze hebben de ellende ervaren, maar die ook weer overwonnen. Met elkaar. Je doet het samen.”
Die houding neemt hij mee als hij in 2005 zijn eigen afkickkliniek opent: Trubendorffer, hulp bij verslaving en dubbele diagnose. Een officieel erkende GGZ instelling, die ondertussen bestaat uit 150 mensen. Samen helpen ze jaarlijks meer dan 1500 mensen. Hoe? Door het sterke gevoel dat ze het samen doen. En doordat ze bij Trubendorffer een „hele realistische visie op verslaving en een realistische oplossing” hebben. „We zijn niet sentimenteel. We zijn geen softe therapeuten”, legt hij uit. „Dit is keiharde business. Als je verslaafd bent, ga je dood.”
Deze oplossing noemen ze in Amerika volgens Trubendorffer „tough love“. Bij zijn kliniek moet je zélf aan de bak. „Je gaat elke dag, of in ieder geval een paar keer per week, naar Narcotics Anonymous”, vertelt hij. Ook ga je met een psycholoog in gesprek, kom je op tijd bij elke afspraak en ben je bij de groepsgesprekken. Dat alles bij elkaar maakt dat de kliniek zo succesvol is, vindt Trubendorffer. „Als je dat hele pakket doet, dan word je gewoon clean. Dat kunnen we je garanderen.”
‘Nederlanders gaan veel zaken uit de weg’
Naast de acht verslavingsklinieken en een detoxfaciliteit, heeft hij ook een clubhuis opgericht: Tru Colours. Een plek waar verslaafden gratis kunnen samen komen, waar geen alcohol wordt geschonken, maar koffie voor een euro. „Het is mijn paying back to society“, vertelt Trubendorffer trots. „Het is mijn gift aan Nederland voor de mogelijkheden die ik heb gehad om toch nog in de tweede ronde fris aan de slag te gaan.”
Als hij nu om zich heen kijkt, vindt hij het zorgwekkend om te zien hoeveel Nederlanders de verdoving opzoeken. Niet alleen met een alcohol of drugsverslaving, maar ook met de „zogenaamd geaccepteerde verslavingen”, zoals sociale media. „Het is voor veel mensen te hoog gegrepen om met volledige bewustzijn in het leven te staan. Het is een ontwijkingsstrategie; een verslavende dynamiek.”
Om dit tegen te gaan is het belangrijk dat je hetzelfde doet als wat een verslaafde bij Trubendorffer moet doen in het begin van het afkickproces: erken het. Ga het proces van lijden niet uit de weg. „Kijk het verlies aan, draag het, benader het gewetensvol.” Net zoals Dick Trubendorffer 25 jaar geleden heeft gedaan.
Kelly (32) haar vader werd weken na zijn dood gevonden, tussen de flessen jenever