Erik Jonk
Erik Jonk Opvallend 1 dec 2020
Leestijd: 2 minuten

Vers bloed gezocht: KNMI heeft te weinig neerslagwaarnemers

We worden allemaal een dagje ouder, zo ook de vrijwilligers van het KNMI. De weerdienst zoekt vers bloed: mannen en vrouwen die zich binnenkort ‘neerslagwaarnemer’ mogen noemen.

Om tot de beste weerkaarten te komen, is het wetenschappelijke Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut – zoals het officieel en voluit heet, afhankelijk van welwillende vrijwilligers. Dag in dag uit tappen meer dan driehonderd neerslagwaarnemers iedere ochtend op een vast tijdstip handmatig de regenmeter af (op dit moment 322 op precies te zijn). En bepaald niet sinds kort. Het KNMI begon het vrijwilligersnetwerk al in het jaar 1866 op te bouwen.

KNMI deed vandaag een oproep

Met alles respect: we hebben het hier niet over de jongste Nederlanders. Door vergrijzing neemt de poel van vrijwillige weermannen en -vrouwen in omvang af. Vandaag besloot het KNMI daarom naar buiten te treden met oproep: Wie wil er neerslagwaarnemer zijn? Wie dat wil mailt naar [email protected], zo gepiept dus.

Deze mannen en vrouwen zijn hard nodig omdat de hoeveelheid neerslag over kleine afstanden sterk kan verschillen. „Om de verdeling van de hoeveelheid neerslag nauwkeurig in kaart te brengen, beschikken we naast de automatische weerstations ook over een netwerk van neerslagwaarnemers”, meldt het weerinstituut. „Zonder deze mensen zou de neerslagkaart verre van volledig zijn.”

Trouw en een paar goede ogen

Twee eigenschappen moet de toekomstige neerslagwaarnemer in huis hebben: trouw zijn (je doet deze ‘job’ namelijk elke dag van het jaar op hetzelfde tijdstip) en een goed paar ogen hebben. De millimetertjes vocht die je ziet, moeten natuurlijk wel kloppen. Verwacht wordt dat je elke ochtend rond 9.00 uur (wintertijd) en 10.00 uur (zomertijd) in je regenmeter kijkt en de stand doorgeeft. Je waarnemingen worden vervolgens gebruikt als referentie voor de automatische weerstations en de radar en dragen bij aan de waarschuwingen voor extreem weer, klimaatonderzoek en verwachtingen voor bijvoorbeeld droogte.

Niet iedereen kan zich als neerslagwaarnemer bij het KNMI aanmelden. De mensen moeten namelijk een open en ruime tuin van minimaal 6 bij 6 meter hebben, waar weinig grote obstakels omheen staan. Dit om te voldoen aan de internationale eisen, vastgesteld door het Wereld Meteorologische Organisatie (WMO).

KNMI zoekt voor specifieke plekken

Op dit moment wordt gezocht naar vrijwilligers op nieuwe locaties in de buurt van Boxtel, Epen, Hoek van Holland, Maasland, Marken, Roodeschool, Schellingwoude, Schinnen, Swifterbant, West-Terschelling en Woltersum. De waarnemers ontvangen uiteraard een KNMI-regenmeter. Zoals bijvoorbeeld Gijsje Franken (73) uit Hulshorst, die al meer dan een kwart eeuw elke morgen voor een meting de tuin in stapt. Tegenover Omroep Gelderland vertelde zij de vorige maand ook een extra een extra grote meetlat van 50 centimeter te hebben gekregen. Dit in verband met de klimaatverandering. „Want als het valt, dan valt er ook veel”, weet neerslagwaarnemer Gijsje inmiddels.

Lees ook: Meteorologische winter start morgen met warmste dag van de week

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.