De dierenarts
Ik ken een dierenarts die in zekere mate wereldvreemd is. De dierenarts kijkt nooit televisie en volgt het nieuws niet. Contactloos betalen doet hij niet aan en toen we eens in Barcelona tegenover de Sagrada Familia stonden, vroeg hij zich af waarom iedereen toch kwam kijken naar een kerk die nog niet af is.
De dierenarts woont ergens in het oosten van het land in een kleine boerderij met een veldje ernaast waarop hij een paard houdt. Aldaar is de dierenarts een autoriteit op het gebied van kippen. Hij bezoekt boerderijen en hij weet hoe boeren praten of juist niet praten. De dierenarts is al heel lang een vriend van me. We zijn ontzettend verschillend en leiden compleet andere levens, maar we hebben veel meegemaakt samen. Je zou haast kunnen zeggen dat we een beetje zijn opgegroeid samen. Toen we door een speling van het lot (hij was de enige die op kwam dagen op de hospiteeravond in het studentenhuis in Utrecht waar ik woonde) huisgenoten werden, is het allemaal begonnen, zo’n twaalf jaar geleden. Nu kwam hij van de week bij mij thuis in Rotterdam langs in zijn Saab om te vertellen dat hij zijn vriendin zwanger heeft gemaakt.
Ik dacht aan Utrecht. We gingen vaak naar de stad op één fiets, hij trappen, ik achterop, naar de studentenavond in de Tivoli. Allebei nooit heel veel meer dan tien euro op zak. Veelal het statiegeld van de ingeleverde kratten die we konden vinden in huis. Maar we deden het er mee. Nu had de dierenarts een hypotheek en een Saab.
‘Je lijkt er even van te moeten bijkomen’, zei hij aan mijn keukentafel toen hij net verteld had van de blijde verwachting waarin hij en zijn vriendin verkeerden. Hij had gelijk. Het leven leek me kort te hebben ingehaald. Ik zat als ik met hem was mentaal misschien nog een beetje achterop die fiets in Utrecht met tien euro en niet zozeer in 2019 naast een hypotheek met een Saab en een zwangere vriendin.
We besloten maar wat te gaan drinken in de stad. Te proosten op de nieuwe fase die de dierenarts zou betreden. Hij voorop mijn fiets, ik achterop. Een paar meter verder barsten we in lachen uit. We waren te zwaar geworden. De fiets reed op z’n velgen en we slingerden. Dan maar met de metro. De dierenarts had geen OV-chipkaart. Gelukkig was hij nog steeds wereldvreemd.