Home sweet home
Mijn buurvrouw weet niet dat ik verhuisd ben.
Niemand weet dat ik verhuisd ben.
Ik hou het ook geheim.
Het was de grap van de buurt – Ja, Ebru heeft een nieuw huis gekocht maar ze gaat hier toch zeker niet weg? Eerst maar eens verbouwen, wuifde ik iedereen weg. Mezelf incluis. Want ondanks dat ik vanaf dag één dat ik weer terug ben in Rotterdam zei dat ik te klein woonde, zei ik er in één adem achteraan dat ik de allerleukste buren ever had. Hoe kon ik hier ooit weggaan? Buurman Nick keurde bijna wekelijks m’n nieuwe kleren. Buurman Ed hield een voorraad Cola Zero voor me aan. Buurman Kareem was m’n choco-dealer – en m’n uiteten maatje. Buurman Van de Beek de kwiekste 93-jarige om mee te borrelen. En buuf Ank de liefste buuf om mee te beppen en patat bij Bram Ladage te halen (of fatsoenlijk te eten bij Vis op de Dijk!). En uiteraard buurman Rik die minstens één keer per maand mijn deur moest opendoen omdat ik weer eens zonder sleutels de deur uit was gelopen. Dus tja, verhuizen? HOEDAN?!
En toen kocht ik per ongeluk een huis. Donderdagavond op bezoek bij iemand, bij het afscheid horen dat zijn pand te koop staat en maandagavond akkoord op verkoop. Exact een jaar geleden was de overdracht. En aangezien het grondig verbouwd moest worden, kon iedereen volhouden dat ik er waarschijnlijk nooit zou gaan wonen. Want ja, verbouwen begint met slopen en als je dan opeens Klein Syrië creëert op een Rotterdams adres, lijkt verhuizen oneindig ver weg.
Afgelopen weekend kwam oneindig ver weg heel dichtbij.
Afgelopen weekend bestelde ik een 16m3 bus bij Van ’t Hart en verhuisden twee sterke mannen mijn leven dat was opgeslagen in een Rotterdamse berging, naar het gerenoveerde pand in het centrum. Afgelopen weekend bestond uit dozen in- en uitpakken, sjouwen en verschuiven en op en neer rijden tussen twee woningen. Afgelopen weekend ontging het hele GroenLinks-drama mij – serieus whatever. De Jessias is een muppet annex dictator met autocue, de enige die dat niet doorhebben is het politieke journaille. NEXT! Mijn prioriteit afgelopen weekend was mijn verhuizing; inmiddels doet álles in mijn lichaam pijn. Teenkootjes waarvan ik niet wist dat ze pijn konden doen. Een tong die geen letters laat staan woorden meer kan vormen. Vingertoppen die het toetsenbord aaien in plaats van aanslaan. En toch sleepte ik me afgelopen weekend naar De Kuip. Vijftien jaar geleden was ik erbij toen Borsato optrad en een beetje Rotterdammert staat er dan gewoon keihard weer.
Inmiddels is m’n bed bezorgd.
Op een stuk of acht dozen na, is de boel uitgepakt en ingericht.
Op wat spiegels en lampen na, is de boel afgewerkt.
De gordijnen hangen, de wasmachine heeft al gedraaid.
Ik heb zelfs een parkeerplek die ik inmiddels als ‘de mijne’ beschouw.
Ik heb eindelijk plek voor mijn lichaam, geest én alle schoenendozen van Van den Assem.
Maar hoe vertel ik de buuf dat ik verhuisd ben?