Afsluitdijk
Op weg naar een bruiloft in Friesland reden we met 130 kilometer per uur over de Afsluitdijk. De zon schitterde tussen wat flarden wolken over het water. Hoge luchten, rechte lijnen. Een door mensen gemaakt aangezicht. Links de zee, rechts het meer. Cornelis Lely, de man die op de kaart van Nederland ergens in 1891 deze lijn dwars door het water tekende, moet een gekke man geweest zijn, want het is een vreemd ding, die Afsluitdijk. Het voelt heel onnatuurlijk aan. Verlost van de onvoorspelbaarheid van het water door een rechte lijn in zee. Geen onverwachte watersnoodrampen meer. Ik bewonder de mannen en vrouwen van die tijd om hun ‘fuck it, we gaan het gewoon doen’-mentaliteit. Het bijna heilige geloof in de complete maakbaarheid van de wereld. Kan ons die zee wat schelen, we zorgen gewoon zelf wel even dat we er geen last meer van hebben.
De dijk zelf nooit ‘af’ gezien
Lely heeft zelf nooit de voltooide dijk gezien. Hij stierf kort voor de voltooiing. Dat vind ik jammer voor die man. Ergens in het midden tussen Noord-Holland en Friesland staat wel een flink standbeeld van ‘m, dat uitkijkt over zijn dijk. Wapperende lange jas, blik op oneindig. Een figuur van on-Nederlandse statigheid. Het is meer de statigheid van een Amerikaanse president van vroeger.
Wel weer typisch Nederlands is de naam. Afsluitdijk. Precies wat het is. Niks meer en niks minder dan dat. Men moet gedacht hebben ‘we gaan Lelystad al naar die Lely vernoemen, dus die dijk ook nog, dat is echt te veel van het goeie’. Ik was er niet bij, maar ik denk dat dat gezegd is op de vergadering. Als je normaal doet, doe je tenslotte al gek genoeg.
De vredigheid zelve
Zo onverwacht als je de dijk oprijdt, zo snel ben je er overigens ook weer vanaf. Zomaar ineens in Friesland, simpele huizen tussen groen en water. De vredigheid en welvaart zelve. Niets aan de hand, voor het water niets te vrezen. We zien masten van zeilboten achter de dijk over de Waddenzee schuiven. We hebben een mooi land.