De nieuwe tijd
Mijn kapper op Rotterdam-Zuid was er nog eentje van de ouwe stempel. Niks bijzonders. Knippen en wassen, permanentjes en watergolven, haren verven als het moet.
De clientèle was vooral bejaard. De omliggende seniorenflats de grootste klantenbasis. Grijze duiven die hun weinige haar overgaven aan de handen van praatgrage dames die het vak al jaren prima in de vingers hadden.
Maar goed. De nieuwe tijd. Het moest anders. Althans, dat vond de nieuwe eigenaar. De ouwe ging met pensioen en de zaak werd verkocht. Een nieuwe hippe naam kwam er en de jaren ’80 inrichting met de droogkappen en het witte plastic moest plaatsmaken voor een inrichting die je meer in het centrum van de stad verwacht, waar de hippe kappers zitten. Ik wist niet wat ik zag toen ik binnenkwam van de week. ‘Jajoh, alles nieuw!’, riep mijn vaste kapster, enthousiast als een autoverkoper.
Veel spiegels en veel nep-hout. Grijze tegels op de vloer. En veel leger dan de volgebouwde ouwe zaak. Het enige dat ik nog herkende, waren de roddelbladen op de koffietafel. De koffie was ook nieuw. Een strakke machine van Illy rochelde in een hoek.
‘We doen geen permanenten en watergolven meer’, zei de kapster toen ik eenmaal onder het laken op de fel uitgelichte stoel voor de immense spiegel zat.
‘Wat moeten al die bejaarden dan nu?’, vroeg ik.
‘Ja, die motten maar ergens anders heen. Je mot een beetje met je tijd meegaan toch?’, probeerde m’n kapster uit te leggen, ‘en die oudjes zijn binnenkort toch allemaal dood joh’.
Ik voelde mijn en haar weemoed. Ik had altijd graag lang gewacht op m’n knipbeurt bij de kapper. De Rotterdamse oudjes en hun verhalen. Het wezenloze gelul van de gebochelde huisvrouwen en de gepensioneerde binnenvaartschippers. Heerlijk vond ik het. Maar het was voorbij. Voorgoed voorbij. Dat mag allemaal niet meer, want dat is niet meer van deze tijd, zo was bepaald. Gelukkig weet ik het nog. In de kappersstoel doe ik m’n ogen dicht. Ik stel me voor dat ik in de ouwe zaak zit. M’n kapster vertelt ondertussen over haar vakantie naar Turkije. Sommige dingen moet je helemaal niet zo snel veranderen als dat de mensen veranderen, vind ik.