Uberschaamte
„Ubertje?” Een paar weken geleden had ik niet eens stilgestaan bij het antwoord op de vraag van een vriendin hoe ik in hemelsnaam met 2 graden in een jurkje naar een hotelkamer aan de andere kant van de stad dacht te gaan. Simpel: Swapfiets thuislaten. Uber bestellen. Laat die Hotelnacht maar komen!
Maar nu denk ik er dus wel aan. En aarzel ik. De afgelopen twee maanden zijn er in Amsterdam maar liefst vier mensen overleden door ongelukken waarbij een Uberchauffeur betrokken was. Zowel het bedrijf als de gemeente kondigen deze week nieuwe maatregelen en controles aan. Maar of daar de chauffeurs zélf mee geholpen zijn? Het doet me denken aan een ander platform: toen Deliveroo het een goed idee leek om hun ‘riders’ een trieste ZZP-constructie in te duwen, was de overstap naar het inmiddels gestopte Foodora snel gemaakt. Die spareribs smaken toch nét wat minder als je weet dat een bezorger in de regen, op een brakke fiets, met een rotgang naar je op pad is. En dat óók nog zonder pensioenopbouw, urengarantie en tot voor kort zelfs onverzekerd. Nee, laat maar.
Hoewel ik wéét dat vliegen slecht is, sta ik vaker dan strikt noodzakelijk is met een handbagagekoffertje op een loopband ergens op Schiphol. Voor dat sentiment hebben de Zweden het woord ‘vliegschaamte’ bedacht. Maar wat doe ik met mijn maaltijdbezorgschaamte en Uberschaamte? Als we de verhalen mogen geloven, is werken in de deeleconomie slecht betaald en bijzonder stressvol. Zo heeft Uber een sterrensysteem. „Zakt mijn gemiddelde beoordeling onder 4,6, dan kan ik door Uber op non-actief worden gezet. Zakt de beoordeling van een passagier, dan gebeurt er niets”, zo schrijft een undercover Volkskrant-journalist eind 2017. Mijn eigen beoordeling is een 5.00. Het hoogst haalbare. Niet omdat ik nou zo aardig ben, hoor. En al helemaal niet omdat ik de door de app aangeboden tips (van het niveau ‘maak een praatje’ tot ‘eet geen rijstwafels in de auto’) netjes opvolg. Nee, sinds ik weet wat de implicaties zijn van dat sympathiek lijkende beoordelingssysteem geef ik elke chauffeur steevast vijf sterren. Het leven is al zwaar genoeg.
Iets waar ik tijdens een van mijn eerste ritten achter kwam, op de achterbank van de Toyota Prius van Regillio. Eindelijk was ook ik geïnitieerd in de Uber way of life. Ik voelde me een vrouw van de wereld: via een app een goedkope taxi bestellen, om vervolgens witte wijn te sippen op een terras in de zon. Die opperbeste stemming sloeg echter snel om. Regillio vertelt dat hij die ochtend tot ’s nachts moet rijden. Daarna gaat hij naar de sportschool. Niet om even stoom af te blazen over de verwende millennials die hij heeft rondgereden. Nee, om te beginnen aan zijn andere baan als personal trainer. „Mijn sportschool ligt vlakbij de snelweg”, zegt hij. „Die is gelukkig de hele nacht open.” Gelukkig. Tijdens het uitstappen drukte ik snel op vijf sterren. Mijn Uberschaamte is er mee afgekocht. Hopelijk heeft een chauffeur er ook iets aan…