Druk op student is geen eigen schuld
Emotionele uitputting, financiële zorgen, extreme vermoeidheid en stress. Het lijken klachten van een uitgebluste vijftiger met een gezin en een torenhoge hypotheek, maar het is de realiteit van studenten in 2019.
Het Interstedelijk Studentenoverleg nam dit jaar een grootschalig enquête af onder studenten waaruit bleek dat het ‘sociale leenstelsel’ voor de studiefinanciering allesbehalve sociaal is. Tegen eerdere beloftes in, verhoogde minister Van Engelshoven vorig jaar al de rente op de studieleningen. Nu wimpelt ze de resultaten van het ISO-onderzoek af door de toegenomen druk „een opeenstapeling van factoren” te noemen. Volgens haar leggen de studenten zichzelf vooral hoge eisen op en ervaren ze druk door social media. Ze liet het RIVM een eigen onderzoekje doen over stress onder studenten, maar nam het leenstelsel niet mee als onderwerp. Logisch dat ze het probleem niet ziet. Waar je niet naar vraagt, daar word je niet mee geconfronteerd.
Het getuigt van een stuitende arrogantie om social media de schuld te geven van psychische problemen. Studenten zijn geen naïeve kinderen, ze zijn de leidinggevenden van de toekomst. Zij kunnen prima feit en fictie van elkaar onderscheiden. Van Engelshoven heeft daar zelf duidelijk meer moeite mee, gezien de fabeltjes die ze de wereld in stuurt.
Niet alleen psychische klachten, maar ook zelfmoord onder jongeren neemt sinds de bezuinigingen op de gezondheidszorg drastisch toe. Ook dan wordt er graag gewezen naar Netflix-series of online groepsdruk, terwijl niemand het heeft over de oplopende wachttijden voor behandeling. Het is nu eenmaal goedkoper om een ander (of internet) de schuld te geven, dan toe te geven dat je in je taken als minister faalt. Ja, we leven in individualistische tijden, maar dit is geen persoonlijk probleem. Hol voorzieningen uit, neem zekerheden af en zeg dan dat studenten zich onnodig zorgen maken. Het is alsof je een kind zonder jas en schoenen naar buiten stuurt en moppert als het niet vrolijk koppeltje duikelt in de speeltuin.
Dat de kenniseconomie duidelijk geen speerpunt voor minister Van Engelshoven is, blijkt wel uit haar laatdunkende houding. In een tijd dat een vaste baan een soort echo is van een lang vervlogen ideaal, besluit zij dat een schepje extra rente op de schulden geen kwaad kan. Juist in een periode dat studenten de ruimte zouden moeten krijgen om zich te ontwikkelen, om zich toe te leggen op het doorgronden en eigen maken van lastige materie, verzwaart Van Engelshoven hun lasten. Wie vermoeid en gehaast door het leven gaat, blinkt nergens in uit. Als ik zie hoe Van Engelshoven zelf functioneert, kan ik niet anders concluderen dan dat zij zelf hard toe is aan een psychische check-up.