Met buuf in de ambulance
Twee kalme mensen staan voor deur; alleen hun wagen en outfit geven een indicatie over de ernst van de situatie. Het zijn ambulancebroeders die nog geen kwartier na mijn melding voor de deur staan. Allereerst volgt een standje: „Waarom heeft u de huisartsenpost niet gebeld?” Terechte vraag in een land met een diepgeworteld vertrouwen in huisartsen, maar dit stukje Neerlandistiek gaat volledig aan mij voorbij. Totaal niet aan gedacht. Bovendien, waarom iemand bellen die wordt opgeleid om ‘twee paracetamol en drie dagen rust’ als antwoord op álles te geven?
Eenmaal binnen kan ik niet anders dan met mateloos respect en bewondering kijken hoe ambulancemedewerkers onbetaalbaar en dankbaar werk doen. Ter plekke wordt de bloeddruk gemeten, een hartfilmpje gemaakt, suiker gecheckt en bloed gecontroleerd. Nog geen kwartier nadat ik 112 belde, kunnen we uitsluiten dat de buuf iets vitaals heeft gehad en mogen we wel mee naar het ziekenhuis. Daar kan geen huisarts tegenop.
In de ambulance hoor ik dat er 75 ambulances rijden in de regio Rijnmond. Klinkt best veel. ‘Als ze rijden’, wordt daaraan toegevoegd. Hoezo als? ’Er is onvoldoende personeel’. Wat een gemis is dat. ‘Het gaat niet alleen om de bezetting, maar ook om reserves en ploegendiensten, er zijn gewoon meer mensen nodig, maar door alle bezuinigingen is het niet echt een aantrekkelijk beroep’. De chauffeur rijdt behoedzaam. Er is geen maximum- of minimumsnelheid voor ambulances, maar er moet rekening gehouden worden met hoeveel mensen achterin zitten of staan en welke procedure er al rijdend wordt uitgevoerd. „Als er achterin wordt gereanimeerd, moet ik zo snel mogelijk in het ziekenhuis komen. Maar het is niet de bedoeling dat ze alle kanten uitvliegen’. Logisch – uiteraard. En waarom wil iemand op de ambulance werken? „Ik was vrachtwagenchauffeur en heb een extra opleiding gedaan hiervoor. Dit is een mooi vak, mensen helpen.”
En dat is precies wat ambulancemedewerkers doen: helpen. Niet alleen door de taken van de huisarts versneld uit te voeren en zieken direct naar het ziekenhuis te brengen, maar ook door kalm te blijven. Tijdens de rit naar het ziekenhuis denk ik maar aan één ding: geweld an sich is al absurd, maar geweld tegen ambulancemedewerkers is helemaal onvergeeflijk. Mensen die het normaal vinden om ambulancemedewerkers te belagen en hun werk onmogelijk te maken, gun je het antwoordapparaat van de huisartsenpost.