Lissie
We gingen naar een concert, een goede vriend en ik. Niet echt iets voor mij. Concerten. Donkere, bloedhete zaaltjes met uit de maat klappende mensen die hun bier over je heen morsen en op je tenen gaan staan. Om nog maar te zwijgen over hoe ongelofelijk hard de muziek vaak staat. Nee, dat hoeft voor mij meestal niet. Maar we gingen nu toch. In Amsterdam. De tent droeg de naam ‘Bitterzoet’, wat ik ironisch vond. De artiest van dienst was Lissie. Een no nonsense artieste uit het midden van de Verenigde Staten. Ze zingt liedjes over normale dingen, die op de één of andere manier bij mij enorm goed binnen komen. Daarnaast is haar hele voorkomen prachtig. Niks geen opsmuk. Gewoon zoals ze is. En daar ga ik dan wel voor in een heet zaaltje staan waar ze op m’n tenen trappen en hun bier over me heen morsen.
Eenmaal binnen werd er eigenlijk direct al bier gemorst en bij de kluisjes werd ik meteen op m’n tenen getrapt. Maar ik had het er allemaal voor over. We waren er voor Lissie. En we gingen haar eindelijk zien. De eerste keer dat ik kennismaakte met haar was via Jools Holland. De Britse muzikant en presentator die op de BBC al jaren een muziekshow heeft waar wij in ons Nederland van TROS-muziekfeesten alleen maar van kunnen dromen. En ik was meteen verliefd op haar. Op de voet gaan volgen ben ik haar. Al mijn vrienden heb ik er mee lastig gevallen. En nu, bijna tien jaar later, gingen we haar dan eindelijk zien.
Ze kwam op en ze was nog mooier in het echt dan ik me had kunnen voorstellen. Ik moest er van zuchten van geluk. Kalende mannen in vieze t-shirts maakten ondertussen onafgebroken filmpjes met hun smartphones. Irritant. Maar het deed me eigenlijk niets. Lissie deed een show van twee uur. Ze zong al mijn favoriete liedjes en ik verdronk in haar ogen. Die twee uur was ik alleen met Lissie. Ver van de harde wereld. Verliefder dan ooit. En toen was het ineens gewoon zomaar afgelopen en werd er weer op mijn tenen getrapt en bier gemorst.