Ei ei
Het jaarlijkse paasontbijt bij ons op de basisschool vroeger, een school van zeer diverse pluimage op Rotterdam-zuid, was altijd een hele happening. Het hele zooitje kwam de laatste ochtend voor de paasvakantie naar school in pyjama en badjas. Ook de juffen en meesters. De plaatselijke bakker sponsorde een scala aan broodjes, suikerbroden en broodhazen. Hulpmoeders en -vaders kookten soeppannen vol eieren tot ze groen waren en overal hingen versierde papier-machékippen. Het paasontbijt werd aan lange tafels in de klaslokalen genoten, die gedekt waren in alle tinten geel die je je maar kan bedenken. De gordijnen bleven dicht, om dat echte ontbijt op bed gevoel te behouden.
Het hoogtepunt was dan nog het bezoek van de paashaas zelve. De religie-neutrale oplossing die je nodig hebt op een school met kinderen van alle religies ter wereld. De paashaas kwam eieren uitdelen uit een enorme mand. Eigenlijk was het gewoon meester Hans in een enorm hazenpak, maar we deden allemaal alsof we dat niet wisten. De haas bracht elk jaar, herhalend en tot grote hilariteit van ons allemaal, slechts de gevleugelde woorden ‘Ei Ei’ uit. Ook daarmee kon je niemand beledigen. En we vonden het allemaal prachtig en als ik er aan terugdenk heb ik er alleen maar warme herinneringen aan. Het was tenslotte best wel spannend om het meisje dat je leuk vond een keer in haar pyjama te zien en heel raar om de juf in haar pyjama te zien verschijnen. Daarnaast heb ik altijd al, groen of niet, van eieren gehouden.
De onschuld van de prille jeugdjaren mis ik steeds vaker in deze hysterische tijden, waarin er zelfs vast iemand te vinden is die iets aan te merken heeft op een paashaas die alleen maar ‘Ei Ei’ kan uitbrengen. Al die juffen en meesters en moeders en vaders die zich elk jaar weer in pyjama hesen en met de jubelende kinderen groene eieren gingen zitten lepelen, heb ik hoog zitten. Ik hoop dat het op de basisscholen nu nog zo gaat. Dat die onschuld van meester Hans in een hazenpak nog steeds bestaat.