Lieve Stad
„Oh, moet je vanavond betalen voor de drankjes?”, vraagt een man aan de vrouw naast hem bij de bar. „Nee, het is gratis”, zegt ze lachend. „Dan kunnen sommigen alvast hun verdriet wegdrinken”. Oei.
Woensdagavond was ik in de Stopera in Amsterdam om samen met lijsttrekkers, gemeenteraadsleden en andere genodigden naar de exit polls te kijken. Op de eerste verdieping van het chique gebouw van de Nationale Opera- en Ballet is de bar open en de spanning om te snijden. Met een beetje fantasie is het net een aflevering van House of Cards. Op het zachte, roze tapijt staan statafels met etagères vol plakjes worst en verschillende kaasjes, maar ze blijven onaangeroerd. Iedereen is gefocust op de tv. Zowel de NOS als AT5 zenden live uit vanaf hier. „Oehhhh!”, klinkt het bij elke uitslag. Rotterdam, Utrecht, Schiermonnikoog en dan, rond 22.00 uur, eindelijk Amsterdam. Een slagveld. Zo zou je het wel kunnen noemen.
En de campagne was al niet echt om vrolijk van te worden. De boze/zure/gewone Nederlander mag, na de verkiezingen in maart vorig jaar, gewoon nog een ronde mee, zodat lokale thema’s ondergesneeuwd worden ten faveure van onsmakelijke anti-moslimretoriek. Vooral landelijke kopstukken komen aan het woord en in de verkiezingsdebatten waar ik aanwezig was, leken lokale politici vooral bezig met elkáár in plaats van met de stad en de kiezer. En dat terwijl er zoveel op het spel staat. Waar sta je nou echt voor? Waar trek je de grens? En bovenal: waar willen we met elkaar heen met onze mooie stad? Ik wil maar zeggen: het had allemaal best iets duidelijker gekund.
En toch werd ik woensdagochtend met een opgetogen gevoel wakker. De avond ervoor keurig mijn stempassen klaargelegd en na het ontbijt meteen door naar het stembureau. De zon schijnt en in het buurtschooltje is de stemming vrolijk. De man bij de deur legt de procedure met een lach uit, iedereen wacht geduldig op zijn beurt. Ja, het is een cliché, maar stemmen is toch wel echt een feestje van de democratie. De gedachte aan al die mensen die zich inzetten, zowel in de gemeenteraad als tijdens de verkiezingen, maakte me, in dat stembureau, echt een beetje meer verliefd op de stad. Die verliefdheid duurde precies tot iets na tienen ’s avonds. Natuurlijk, in Amsterdam lijkt een duidelijke keuze voor groen en duurzaamheid te zijn gemaakt. En op het moment van schrijven is slechts 69 procent van de stemmen geteld. Maar toch vraag ik me af: zullen we die ‘lieve stad’ blijven?
Na de voorlopige uitslag liep ik ’s nachts naar huis, langs de verlichte Magere Brug en over de prachtige grachten, en moest ik denken aan de woorden van burgemeester Eberhard van der Laan in zijn laatste brief aan alle Amsterdammers: „Zorg goed voor onze stad en voor elkaar”. Laten we hopen dat ook de toekomstige, nieuwe raadsleden zijn boodschap ter harte nemen.