Boekenbal
Van mijn bezoek aan en ontmoetingen op het Boekenbal (ik mag daar heen omdat ik boekjes schrijf), afgelopen vrijdag, heb ik een paar dingen geleerd.
Nu weet ik bijvoorbeeld dat Thierry Baudet stiekem rookt en eigenlijk best een aardige man is. Dat Matthijs van Nieuwkerk als je een selfie met hem maakt een soort van duckface trekt. Dat je in de Amsterdamse schouwburg heel veel trappen hebt en je daar hopeloos kan verdwalen. Dat BN’ers heel graag met andere BN’ers zijn, maar alleen maar omdat ze BN’er zijn en niet perse omdat ze elkaar zo aardig vinden. Janne Schra, die van de band Room Eleven vroeger, kan op commando best heel mooi hele lange gedichten voordragen. Max Pam heeft een hele leuke vrouw en is eigenlijk ook best een aardige man. Bijna alle BN’ers die je ontmoet zijn je tien minuten later weer vergeten. Schrijvers kunnen wodka drinken alsof het kraanwater is. En ik, bleek nu, niet echt. Je hebt gradaties in BN’ers. Zo heb je de héle beroemde, zoals Matthijs van Nieuwkerk en Thierry Baudet, en je hebt een hele groep B- artiesten die een selfie willen met de héle beroemde. Ik hoor bij die laatste groep.
Schrijvers kunnen over het algemeen in het geheel niet dansen, al helemaal niet als ze drie wodka achterover hebben geslagen. Maar ze denken allemaal wel dat ze goed kunnen dansen. Mijzelf incluis. Heel veel BN’ers zijn mij helemaal niet bekend. Het zijn er ook zo veel tegenwoordig. Iedereen met een Youtubekanaal is BN’er en dan vaak ook nog schrijver van een boek waarvan eigenlijk niemand goed weet wat er nou in staat.
En dan heb ik ook nog geleerd, wederom, tenslotte, dat je jezelf vooral niet al te serieus moet nemen. Zéker niet op het Boekenbal. Omdat we van de maan af gezien allemaal even groot zijn, zoals Multatuli dat ooit zo mooi schreef. Ik hoop dat ik volgend jaar weer mag. Dat wel natuurlijk.