Waarom ik van Suzanne én Emma hou
Ze hebben geen medicijn tegen kanker gevonden. De plasticsoep drijft nog rond in de oceanen. Er is geen wereldvrede van gekomen. En er is geen oplossing voor de honger en de armoede.
Maar toch. Ze geven ons een beetje hoop. Ik heb het over twee jonge vrouwen. Suzanne Schulting en Emma González. Twee jonge vrouwen in twee compleet verschillende posities. Maar ik zie een parallel. Schulting, twintig jaar, olympisch kampioen. Emma González, vijftien jaar, gun control activiste. Beide gedreven en nuchter. Streng op zichzelf, krachtig in daden. Geen blad voor de mond en allebei nog onbedorven door wat van de media of van oudere mensen met macht moet.
Dat soort dames geeft me hoop. Op dat het kán als je er lang en hard voor werkt. Dat niets onmogelijk is, zelfs als iedereen zegt dat het niet gaat lukken. Dat je je vrij weinig aan moet trekken van hoe stom andere mensen je vinden. Dat je met iets heel erg kleins, dat begint bij jezelf, het verschil kan maken als het er op aankomt en dat het dan heel groot kan worden.
Het zijn de tijden van die nieuwe generatie, als je het mij vraagt. Ik zag Emma González haar toespraak geven tijdens een rally nadat er zeventien van haar schoolgenoten doodgeschoten waren op klaarlichte dag in haar school in het Amerikaanse Florida. Ze wil ‘gun control’. En terecht. Het was een toespraak die ik graag had gezien van een ouder iemand, een politicus bijvoorbeeld. Ik zag haar voorbij komen in hetzelfde nieuwsbulletin dat het gouden nieuws van Suzanne Schulting bracht, die na een jarenlang traject goud won en zo een voorbeeld is van wat je kunt bereiken als je je best doet, hard werkt, iets graag wil. De jonge mensen maakten het nieuws.
Die jonge mensen, die nu nog te jong zijn voor de macht, zagen misschien net als ik Suzanne en Emma voorbij komen en dachten toen misschien wel ‘ik kan het ook als zij het kunnen’. En zo gaat het dan toch nog wel goedkomen met ons, door vrouwen als Suzanne en Emma. Door hen komt het wel goed met de toekomst.