Help! Een roedel luizenmoeders
Het enige wat hij nog niet weet van me zijn mijn pincode, m’n gewicht, bh-maat en het aantal kilometers op de teller van de MINI, maar dat is ongetwijfeld slechts een kwestie van tijd.
Probeer als zzp’er maar eens een hypotheek te krijgen. Of als vrouw. Of als vrouw met een vreemde naam. Of als vrouw alleen. Laat staan wanneer je aan al de bovenstaande red-vlag-criteria voldoet. Dan zijn een miljoenmiljard documenten die je moet ophoesten niet genoeg. Om de dag komt er een eisende vraag bij. Die je per kerende mail inwilligt, want hey: je hebt je droompand gevonden of niet. Bovendien heb ik niets te verbergen (heus) en kan ik dit betalen (heus); het is alleen een kwestie om mij, zzp’ende single vrouw met vreemde achternaam, in het systeem te duwen dat ontwikkeld is voor loonslaven met een loonstrookje die hun twee-onder-een-kapper willen financieren.
En dus overhandig je een miljoenmiljard documenten om te bewijzen dat je bent wie zegt te zijn, kunt wat je zegt te kunnen en belooft wat je zegt te doen. Slopend. En bijna zo vermoeiend dat je niet naar het International Film Festival Rotterdam gaat. Toch maar gedaan. En terechtgekomen in real life luizenmoeder-scènes. Voor degenen die denken dat dat programma niet op waarheden gebaseerd is, de wake-upcall: het is nóg erger gesteld met de Nederlandse vrouw dan dat programma doet vermoeden. Opeens bevind ik mij tussen een roedel moeders over wie je maar één ding kunt concluderen: bij hun ‘gezelligheid’ moeten liters wijn komen kijken. Zoveel lichaamsvet is niet het gevolg van een bevalling, ook niet van twee – zeker niet als die allebei een decennium geleden waren.
Godzijdank zijn huizen, en vooral de inrichting ervan natuurlijk, een dankbaar gespreksonderwerp. Totdat de blondste der luizenmoeders wakker wordt:
„Heb jij een relatie?”
„Nee.”
„Is dat bewust?”
„Nee.”
„Je bent de ware niet tegengekomen?”
De ware? Ik weet dat ik er tien jaar jonger uitzie, maar de puberfase ben ik ontgroeid. Waar gaat dit heen?
„Hoe kan jij dat huis dan betalen?”
Bingo. We komen er wel. Clichés zijn harder dan de waarheid. De waarheid is simpel:
„Ik werk.”
„Met werken kun je toch niet een huis betalen?”
Mijn hersenen draaien op volle toeren: Hoe dan wel?
„Werk jij?” vraag ik.
„Nee. O nee. Ik heb geld.”
„Haar man heeft geld,” klinkt het naast me. „Die werkt zich helemaal te pletter.”
Blondie haalt haar schouders op.
„Het is heerlijk om niet te hoeven werken. Ik schilder. En ik doe natuurlijk vrijwilligerswerk.”
Natuurlijk. Baren is het meest lucratieve businessmodel aller tijden. Baren betaalt de hypotheek. Sommige wijven, vooral zij die hun tijd verdrijven met een kwast in een monumentaal pand waar ze „echt veel voor betaald hebben”, gun je een scheiding. Mijn hypotheek staat tenminste op mijn eigen naam. Alleen nog ff mijn pincode, m’n gewicht, bh- maat en het aantal kilometers op de teller van de MINI opzoeken.