Oeh, dat ze dit nog durven
Volgende week is het tijd voor de jaarlijkse modeshow van het Amerikaanse lingeriemerk Victoria’s Secret. Deze week zijn de eerste foto’s uitgelekt en je kan de klok erop gelijk zetten: zodra dat gebeurt, beginnen de beschuldigingen over de te dunne modellen, te seksistische sfeer en te culturele aankleding. Elk jaar vraag ik me toch weer af: moet ik me schuldig voelen dat ik oprecht uitkijk naar deze show? En is dit een kunstige, ietwat kitscherige, hommage of toch gewoon keiharde cultural appropriation?
„Ik vind het vooral jammer dat ze die prachtige gouden vleugels niet verkopen”, zegt een vriendin, met wie ik tijdens onze lunch de meer dan tachtig foto’s bekijk. Inderdaad. Adriana Lima schrijdt over de catwalk met felgekleurde veren en Lais Ribeiro draagt een bh van twee miljoen dollar. Veel spektakel, veel kleur en veel killerbodies. Ik hou ervan. „Ik werk me drie keer per week in het zweet op de ZuidAs en de perfecte mensen daar waren altijd motivatie genoeg”, zeg ik semi-dramatisch. „Tot nu toe.” Eén foto van Leomie Anderson en ik neem me voor om vier, nee, vijf keer per week te sporten. „Ik zou echt een moord doen voor haar lichaam”, vertelt mijn vriendin. Lachend: „Maar eerst eet ik mijn pasta op, hoor.” Wij de vongole, zij de vleugels. Prima.
Al vallen die niet bij iedereen in de smaak. Victoria’s Secret wordt namelijk al jaren beschuldigd van culturele toe-eigening: het rücksichtslos stelen van elementen van andere culturen. Ook dit jaar riekt de show weer naar cultuur, maar nét niet specifiek genoeg. Het is één grote mix van veren, kettingen, het Songfestival, de Olympische Spelen, Balmain, tartan, slechts één semi-soort-van-hoofdtooi, iets Scandinavisch, een snufje Azteeks, nog wat Masaai, Chinees en spot ik daar een Grieks thema? Hysterisch, maar ook slim. Je vraagt je de hele tijd af: „Oei, kan dit wel?” Blijkbaar. Het blijft lastig, cultural appropriation. Ik zie geen kwaad in geïnspireerd raken door andere culturen, maar ere wie ere toekomt. Dus geen ‘boxer braids’, maar cornrows en die bindi? Liever niet. Vorig jaar hadden Chinese kijkers kritiek omdat niet-Chinese modellen op China geïnspireerde accessoires aanhadden. Maar mij valt het dit jaar juist op dat vooral donkere modellen iets ‘lekker etnisch’ dragen. Cliché, much? Het blijft dus een vaag begrip. Aan de ene kant is het me een raadsel waarom Victoria’s Secret het elk jaar toch weer niet kan laten, aan de andere kant vind ik de catwalkshow gewoon echt heel mooi.
Uiteindelijk kijken we naar vrouwen die de baas zijn over hun eigen lichaam. Vrolijk. Zelfverzekerd. En positief naar hun collega-modellen. In tijden van Trump, #metoo en sociale ongelijkheid vind ik het stiekem wel fijn om even te verdwijnen in een sprookjeswereld. Of zoals modellenmoeder Yolanda Hadid op Instagram postte: „A world where there is no hate, no judgement or racism. Rather a space for love, support and togetherness where everyone is celebrated”. Hartstikke zoet, ik weet het. Maar ik val er elk jaar toch weer voor.