Gelukkig getrouwd
Hij belde op het moment dat ik er het minst charmant bij zat. Mijn haar gedrenkt in verf, van die vieze slierten in een stinkend goedje van ondefinieerbare kleur die geen hint geven van het eindresultaat. Aangezien ik bij Müfide, de beste couture kapper van de Benelux en dús Hengelo en dús Nederland in de stoel zat, viel over het eindresultaat niet te twisten.
Hij.
De ‘hij’ waar ik trots op ben. De ‘hij’ die ik ook al twintig jaar ‘ken’. Op de trappen van de universiteit was hij met z’n 1.94 al een opvallende verschijning. Vriendelijk ook. We hallo’den wel eens. Later sprak ik hem voor Libelle. Dit voorjaar ongetwijfeld voor Metro. We zagen elkaar sporadisch, hadden regelmatig app-contact en afgelopen april kreeg hij me aan het huilen: „Je bent de winnaar van de Pim Fortuynprijs.” Janken. Ik wist nog net de auto naar mijn voordeur te manoeuvreren waarna ik huilend in de armen van de buurvrouw viel. „Kindje toch, is het erg?” Ja. Heel erg. Pim is dood. En ik krijg een prijs. Terwijl ik het optik stromen de tranen weer.
Hij dus.
Met dé vraag. Die ik volmondig met JA! beantwoordde.
Ik zei er wel meteen bij dat ik al getrouwd was. En dat mijn liefste toestemming voor dit ménage à trois zou moeten geven. JA! Moment. BRB.
Sneller dan hem en mij lief was, belde ik terug. „HIJ OF IK!” Was het oordeel geweest van mijn liefste. „Politiek en journalistiek gaan niet samen. Bovendien is er geen weg terug. Kijk naar Roos en Dijkgraaf.” Maar dit is lokaal, sputterde ik tegen. Dit is Rotterdam! Bovendien heb ik alle tijd van de wereld! „EBRU! Je weet dat het niet kan.”
Ik hing op. Ik mocht naar de spoelbak. Ik haat de spoelbak. Met je hoofd in een onmogelijke knik in een idiote houding. Nekkrampen. Altijd.
Telefoon. Op het beeldscherm licht de foto op van de „hij” die mij (nog steeds) niet ten huwelijk heeft gevraagd maar hoop doet leven. Timing hoor. Tuurlijk kan ik bellen met mijn hoofd in de spoelbak. Die onmogelijke knik van mijn nek belemmert dat echt niet. „Ik zag je app’je. Baal je?”
Wat gaan we nou krijgen? Inleving? Door de man die aan de zijlijn van m’n leven blijft staan? „Ja. Weet je. Ik ben getrouwd met de állerleukste en dan komt die andere leukerd voorbij. Maar ik zit niet in een vechtscheiding, ik ben gelukkig.”
Diepe zucht. Die kwam binnen zal ik later horen. De verf heeft prachtig gepakt. Uiteraard. Mijn haar zit geweldig. Uiteraard. Drie mannen gesproken terwijl ik er op m’n alleroncharmanst bijzat.
Nul keer gescoord.
De totale zinloosheid van mijn vak in ons Nederlandse medialandschap, de met satanisch genoegen al decennialange uitsluiting door mediabaasjes, mijn absoluut mislukte mediacarrière, eist zijn tol. Ik ben op. Maar opgeven is geen optie. Metro is mijn grote liefde. Maar vanaf deze kant ben en blijf ik #teamAnnabel #teamThierry en voor altijd #teamRotterdam.