Retourtje Middellandse Zee
Op een eiland in de Middellandse Zee lijkt alles makkelijker. We dobberden rond in het warme zeewater in de zon. We aten op terrassen goed klaargemaakte verse vis. We reden met een auto naar alle kanten van het eiland, om te zien of het wel echt een eiland was. We dronken bier met een andere naam dan thuis. En we deden of thuis niet bestond en we hier mochten blijven.
Van een eiland kun je in principe niet af. Je wacht tot je vliegticket zegt dat je weer naar huis moet. Je overweegt een paar keer je vliegtuig te missen en bedenkt in je hoofd hoe dat dan zal aflopen. Je hebt een villa aan zee gehuurd en je doet net of je er woont en dat bevalt wel. Waarom zou je niet blijven? Wat houdt je tegen?
Op een eiland in de Middellandse Zee lijkt thuis bij vlagen lang niet meer zo’n goed idee. De koffie is er beter dan in Nederland. De gekke likeurtjes die je van het huis krijgt na het eten in het zoveelste restaurant smaken vast thuis ook niet zo goed. En de Noordzee is thuis zo grijs en koud. Ik ben blij dat ik thuis af en toe verlaten kan.
In diezelfde Middellandse Zee, waarin ik zo zorgeloos ronddobberde, verdrinken elke dag vluchtelingen. Die verlieten ook thuis en dobberden in het warme zeewater in de zon. Het thuis dat zij verlieten heeft geen gekke likeurtjes van het huis, vermoed ik. Het mijne wel. Mijn thuis is zo slecht nog niet. Ondanks dat kutweer en de koffie die niet altijd zo goed is als op dat eiland in de Middellandse Zee.
Volgend jaar koop ik weer een retourticket. De kaartjes voor zo’n vluchtelingenboot zijn geen retourkaartjes. Met een retourtje op zak dobber je toch fortuinlijker rond. Dat mag ik nooit vergeten als ik weer eens niet naar huis wil op vakantie.