Bouwval in Rotterdam gezocht
Er lopen zeker acht mensen rond op de 50m2 bouwval die het appartement groot is. Jongeren, Engelstaligen, Chinezen, een enkele verdwaalde vrouw, allemaal zoeken ze een huis. De ene helft kom ik een half uur later tegen op een ander adres waar ook een kijkuurtje is; de andere helft een uur later weer elders. Iedereen jaagt op een betaalbare woning in Rotterdam, waarbij betaalbaar relatief is: vraagprijzen zijn tegenwoordig ‘bieden vanaf prijzen’. Het huis dat je deze week voor 10 procent boven de vraagprijs koopt, kun je de week erop opnieuw aanbieden – grote kans dat het dan weer voor 10 procent boven de betaalde prijs verkocht wordt. Zie daar het opdrijven van de huizenprijzen door makelaars die er lol in hebben. „Wat een achterlijke prijs”, meld ik de verkoper. 180K voor een krot dat je volledig moet verbouwen (FIJN!), dat wél in de Rotterdamse binnenstad staat (LEUK!) maar waar je bouwvakkers niet met de auto kunnen komen (HOE DAN?!). De afvalcontainer kan niet dichterbij dan op 200m afstand staan. En afstorten aan de achterkant kan ook niet.
De verkoper grijnst. „Er worden momenteel achterlijke prijzen betaald”, beaamt hij. Ik kom hem op nog twee andere adressen tegen. Het ene appartement is klein, maar af. De ander afgrijselijk – toch lopen er zeker twintig man rond. „Leg uit waarom deze bouwval populairder is?” vraag ik. Makelaars vinden het raar als je vraagt wat er mis is met een woning, terwijl het een relevante vraag is. Ook de populariteitsvraag valt niet goed: „Deze is groter. En de Goudsesingel is hip.” Zonder enige emotie loop ik naar buiten.
Niet dat ik wil verhuizen. Ik woon naast de leukste buren van Rotterdam. En liefste. Maar met de huidige rentetarieven, is een extra woning met een beetje mazzel een aardige pensioenvoorziening. Het is een eenmalige investering met een continu rendement. En dus onderga ik de open huizen, leert mijn makelaar me waar ik op moet letten (rendement rendement rendement) om uiteindelijk toch wanhopig te eindigen: „Nee Ebru, hij is niet spannend. Daar gaat het ook niet om: het rendement is netjes.”
Af en toe kom ik een pareltje tegen waar ik verliefd op word. Mijn makelaar is echter onverbiddelijk: „Nee. Haal je er nooit uit.” Hij heeft gelijk, 350m2 is veel maar hey, size does matter; ik hou van de potentie en het karakter van bakstenen. Hoe groter, ouder en authentieker de bouwval, hoe dieper mijn liefde. 50m2 is gewoon niet mijn ding. 68 ook niet. Ik zie het niet, ik snap het niet – ondanks dat jong en hip Rotterdam ervoor in de rij staat. Dat rendement geloof ik wel. Zoals ik ook in Rotterdammers geloof want ergens in Rotterdam staat mijn pareltje. In Noord, Centrum, Kralingen – Delfshaven, Middelland, Crooswijk – overal waar zogenaamd oude meuk staat. Mail me [email protected]. Ik sta open voor alle tips en aanbiedingen. Mocht ik verliefd worden op de bouwval, beloof ik ’m met liefde te verbouwen. Ik kán dat.