100 euro voor een T-shirt
100 euro had hij betaald voor een T-shirt. Een blauw T-shirt met daarop, bijna onleesbaar, in blauwe letters de merknaam van een groot modehuis.
‘Dat is de grap, snap je?’, zei mijn beste vriend. ‘Dat je het bijna niet kan lezen.’
Ik moest heel diep zuchten. De enige die hier lachte, was de financiële afdeling van het merk. De tactiek had toch maar mooi gewerkt. Niet meer bekendstaan om het gebruik van duurzame, kwaliteitsstoffen, intelligent ontwerp of bijzondere afwerking. Maar om de prijs. De exorbitante prijs voor een lapje textiel. Het was het totale dedain voor de consument. Jullie weten niet wat kwaliteit is, leek de ontwerper te hebben gedacht. Dus waarom zou ik dan nog mijn best doen? De kleren van de keizer waren dit seizoen van blauw textiel gemaakt.
De crisis heeft de mode-industrie een harde klap gegeven. Vooral de kwaliteitsmerken herstellen maar langzaam, zo leer ik van bevriende, jonge ontwerpers die eindeloos rouleren als onbetaalde stagiaires in Parijs en worden uitbetaald in voedselbonnen. Mochten ze dan toch zo’n felbegeerde ontwerp-positie weten te krijgen, dan valt de creatieve uitdaging vies tegen. Een kennis van me nam onlangs ontslag. Ze moest naar de Zara gaan om te kijken hoe de jurken zo goedkoop in elkaar waren gezet en dat nadoen. Als catwalkmode de massamode na gaat doen, verdwijnt innovatie. Zo blijkt: ook trendsetters doen maar wat.
Toch mocht ik niet oordelen. Ik kocht in een labiele bui ooit een duur sweatshirt omdat de verkoper me wist te overtuigen dat de naden zo waanzinnig goed waren. Uiteindelijk is alles wat je koopt een belofte. De crème die je gezicht zal laten stralen. Het voedsel dat je darmflora gezond houdt en je leven verlengt, het T-shirt waarmee je zal laten zien dat je een goed gevoel voor humor hebt. Je hoopt dat het waarmaakt wat het pretendeert te zijn zodat je met geheven hoofd verder kan doormodderen. Zo kopen we constant onze werkelijke angsten af. Ben ik wel goed genoeg? Blijf ik zo gezond en in leven? Het blauwe T-shirt was niet alleen ijdel, maar ook een aflaat. Mijn vriend had zijn onzekerheid afgekocht. Die was blijkbaar groot geweest. En duur. Het modehuis had er financieel baat bij, maar mijn vriend had een emotionele winst geboekt. Ik hoopte dat het hem ver zou brengen.
‘Het staat je goed,’ zei ik. ‘Blauw is echt jouw kleur.’