Zonder bonnen geen aangifte
Europarlementariër CDA-graaigleuf Annie Schreijer-Pierik heeft natuurlijk helemaal gelijk: bonnen bewaren is ‘gedoe’. Ik wil dat ook! Sterker nog: wie niet? En aangezien het bonnenverzameltijd is, toch even mijn fiscalist gebeld. De enige man in mijn leven naar wie ik luister.
Hij bleef erin maar herpakte zich snel: „Als jij je bonnen weggooit, wens ik je niet alleen allerlei ziektes toe Umar, je zult dan ook op zoek moeten naar een andere fiscalist. Zonder bonnen geen aangifte.”
„Ja maar, Annie krijgt het voor elkaar 154.000 euro aan onkosten te maken”, sputterde ik tegen. „Daar doet ze dan wel drie jaar over maar toch. Dat zijn heel wat bonnen, logisch toch dat ze die wegflikkert?” De ‘accountant’ die dat goedkeurt, moet geroyeerd worden, fulmineerde mijn Rotterdammer. „Belachelijk dat zo’n gast met een beschermde titel mag goedkeuren wat die CDAnnie doet. Geen fiscalist of belastingadviseur die dat zou doen, maar ja, ónze titels zijn niet beschermd. En daar is het inmiddels wel tijd voor.”
Mijn fiscalist kijkt neer op accountants maar als de accountant van Annie haar 154K in haar zak laat stoppen, is er een gerede kans dat die accountant my new best friend forever wordt. Niet dat ik 154K aan onkosten kan maken. „Jawel, dat kun jij best,’ galmt door de telefoon. „Elke maand een nieuwe iMac, en met mij uit eten voor 300 euro per avond, dan gaat het wel op. Maar je zult nog steeds een ander moeten vinden om dat goed te keuren.”
Soms haat ik mijn fiscalist.
Hij doet nooit wat ik wil, maar ik moet alles doen wat hij wil.
„Bovendien vind ik elke maand een nieuwe iMac overdreven dus dat keur ik niet goed.”
„Waarom kijk jij ook al weer neer op accountants?”
„Accountants zijn cijferneukers. Fiscalisten letterneukers. Van ons moet jij je bonnetjes zeven jaar bewaren, dat is de fiscale bewaarplicht. Voor normale mensen. Europarlementariërs vallen daar blijkbaar niet onder en dat is onzin. Juist over belastinggeld moet je verantwoording afleggen lijkt me.”
„Ik denk toch dat ik een accountant moet…”
„Ja, want dat bonnetje van de Shell is dan inderdaad 67 euro. De drop en chocola die je ook haalt bij het tanken, keurt een accountant gewoon goed. Ik niet. Bovendien wil ik weten of dat etentje van 300 euro zakelijk was of met je nieuwe vlam. Dat laatste vind ik leuk voor je. Heus hoor, maar schrijf ik niet weg als onkosten.”
„En als ik je nou vertel dat ik al m’n bonnen heb weggegooid? Omdat ik geen zin had in gedoe?”
„Moet ik in herhaling vallen Ebru?”
„Ik wilde voorstellen dat we Annie moeten stenigen.”
„Dat doen we niet in Nederland. Maar je mag haar best alle ziektes toewensen die er maar zijn.”
„Gabriel, ik heb een nieuwe iPhone nodig.”
„Je wil een nieuwe iPhone Ebru. Maar daar kan ik mee leven. Ik zie het bonnetje wel tegemoet.”