Van een drol een gebakje maken
11 april begon dit jaar de Nationale Traploopweek. Die had ik even gemist.
‘Laat de lift de lift, neem de trap deze week.’ De directrice van het Diabetesfonds kijkt ons vanonder een onduidelijk kapsel en vanachter een pinnig brilmontuur aan in het promotiefilmpje. Ze neemt een ellenlange wenteltrap waar piccolo’s de traplopers bij toejuichen. Op elke tree staat een blauw druifje en op de tussenetages speelt een dame cello. Zittend, dat wel.
Vroeger was de lift het teken van vooruitgang. Nu van zwarte tenen en een vroege dood. Onlangs las ik het boek ‘Zitten is het nieuwe roken’ en elke keer als ik mijn bureaustoel zie, raak ik niet meer bevangen door werklust, maar overmand door schuldgevoel. De succesvolle, gezonde mens staat en loopt! Wie ligt en zit heeft bij voorbaat verloren.
In Rotterdam werd deze week De Trap geopend. Een zeven verdiepingen hoog steigerbouwgevaarte dat tot het dak van het Groothandelsgebouw reikt. Dit wordt gedaan in het kader van Rotterdam viert de stad, zeventig jaar wederopbouw. Het hele jaar staat bol van de exposities, debatten en jolijt. Dat noem ik van een drol een gebakje maken. Dat hadden die Duitsers niet gedacht toen ze in ons luchtruim hun luiken openden en hun bommen loosden. Dat hun bombardement de aanzet zou zijn tot zoveel vertier en plezier in de toekomst. Maar ach, waarom ook niet? Elk feestje is er een, nietwaar?
De burgemeester zou De Trap officieel openen. Van een bekende op het Stadhuis begreep ik dat er nog wat onenigheid was over hóe hij dat zou doen. De angst bestond dat de ietwat uitdijende burgervader bezweet en rood boven zou verschijnen. Dat zou volgens zijn persvoorlichter zijn imago niet ten goede komen. Misschien zou hij boven verschijnen met de lift en dan tevreden naar beneden stappen.
Uiteindelijk nam de burgemeester dapper De Trap. Misschien deed hij langzaamaan of werd hij onderweg bijgepoederd, maar hij kwam onbezweet boven en deed dat waar burgemeesters het best in zijn; geruststellend gewichtig met een speech die je ogenblikkelijk weer vergeet, opende hij plechtig De Trap.
Later die week stond ik zelf op het staketsel. Ik was er wat huiverig voor, heb lichte hoogtevrees, maar de architect had me bezworen dat de trap sterker was dan het Groothandelsgebouw zelf. Dat maakte me dan weer wat angstig om boven een drankje te drinken. Het uitzicht was spectaculair. Dat moet het destijds ook zijn geweest vanuit die bommenwerpers.