Turkse nationaliteit lozen: acht euro
Acht euro kost het om van je Turkse nationaliteit af te komen. Of ik dat heb, vroeg m’n moeder bezorgd maar ik kon haar geruststellen. „Ja mama, ik heb acht euro,” en rekende af bij een balie op het Turkse consulaat in Rotterdam. Hoe de procedure in zijn werk ging, vroeg mijn moeder aan de man achter de balie. Mij interesseerde het geen ene ruk – wedje leggen of ik ooit van die nationaliteit afkom? Ik zet er een huis op in van niet (o wacht, dat ben ik al kwijt, iets anders dan, een ijsje?). De Turkse nationaliteit lozen is geen formaliteit, laat staan een eenzijdige mededeling. Je hebt toestemming nodig om er vanaf te komen.
„Ik zie dat er al een verzoek is ingediend?” sprak de man achter de balie.
Nee hoor, ontkende ik.
Nee hoor, beaamde mijn moeder.
Hij zag het toch echt. Er is al een dossier geopend, en als ik dat gedaan heb, kan hij niet een tweede dossier openen. Ik bleef kalm. Ontkende dat ik dat had gedaan: „Ik had het graag op woensdag 11 mei willen doen, maar de 10de kwam ik terug naar Nederland,” probeerde ik zonder sarcasme te zeggen. De man pleegde een belletje, sloot het reeds geopende dossier (kolder natuurlijk) en opende een nieuw. Allemaal erg gewichtig – en terecht natuurlijk. Turkse onderdanen zijn precies dat: onderdaan. En op zo’n consulaat dien je je dus onderdanig te gedragen. Vandaar dat mijn moeder meeging, om er zeker van te zijn dat ik me onderdanig zou gedragen. Echt van harte ging het niet. „U wilt vrijwillig van de Turkse nationaliteit af?” Dat ik aangeef vrijwillig van die nationaliteit af te willen (en vooral van de term islam die ze bij godsdienst voor je invullen), is onvoldoende. Toestemming. Ik kan me niet heugen wanneer ik voor het laatst toestemming heb gevraagd voor iets. Toestemming. Het idee alleen al.
Op de valreep ging het bijna mis met het onderdanige gedrag. Alsof het niet genoeg is dat ik mijn adres aan de Turken moet geven, staan er op het formulier dat ik moet ondertekenen twee telefoonnummers bij mijn adresgegevens. „Van wie zijn die nummers?” vraag ik nog redelijk bleu.
Nou van u, zegt de man.
Nee hoor.
Ja hoor, houdt hij vol.
Dat zijn niet mijn nummers, schiet ik redelijk niet-onderdanig uit mijn slof.
De man gelooft het niet: het systeem maakt immers nooit fouten; wij gedragen ons wel erg verdacht merkt hij op. Ik draai mij om – er zijn grenzen aan mijn onderdanigheid. Mijn moeder laat de juiste nummers noteren.
De procedure zal maanden duren en op een bepaalde site kan ik de voortgang volgen. Het briefje met de url van de site raak ik binnen een handomdraai kwijt (hoe dan?! vraagt mijn vader vertwijfeld). Acht euro om met toestemming van je Turkse nationaliteit af te komen. Maak er dan 80 van, en zeik niet zo.