Single in the City: als je iemand móest doen…
Metro’s Iris is single. Een kijkje in haar vrijgezelle leven, al gaat het er (helaas) niet altijd even wild aan toe. Overeenkomsten tussen bestaande manspersonen en verhaalpersonages, berusten niet op louter toeval.
Game over
„Dit kon nog weleens een lange zit worden.” Ik zit met moeders op een terras op Mallorca aan de sangria en nadat we de hele familie hebben doorgenomen, het eten van die avond hebben besproken en de factor 30 of 50 discussie hebben gevoerd, blijft er niet veel meer over dan het spelletje: als je móest kiezen, wie zou jij hier dan doen?
„Eerder mogen we niet naar het hotel terug”, moedig ik mijn moeder aan. Ze kijkt een beetje ongemakkelijk en verschuift op haar kruk. Ik stel haar gerust: ,,je hoeft hem natuurlijk niet écht mee naar onze kamer te nemen…”
Gelukkig maar, want wat hier allemaal voorbij komt zwalken, met in elk geval één blikje San Miguel in de hand, is nou niet echt om over naar huis te appen. De veelal Duitsers lopen lallend in groepjes met allemaal hetzelfde, speciaal voor de vakantie laten drukken, shirt aan. Achterop prijken hun bijnamen, variërend van Der Smirnoff tot Der Nacktschnecke, of ze lopen in een fluorescerend mouwloos geval met ‘Timo Werner ist ein Hurensohn!’ en na wat googelen blijkt deze arme Timo de meeste gehate voetbalprof uit de Bundesliga.
Die dan misschien? wijs ik naar een zilvergrijze vos met snor. Ze rilt, in tegenstelling tot haar dochter houdt zij niet van gezichtsbeharing. En die? Oh fuck, het is toch een vrouw en we besluiten maar naar ons zevendaagse huisje met zeezicht terug te gaan. Game over.
Het is hier overduidelijk niet zoals op een Amsterdams terras, waar het eerder ‘wie zou je niét doen’ is en zonder vakantieliefde stap ik weer het vliegtuig in. Hoe anders was dit vroeger, toen ik als puber er altijd wel eentje opduikelde. Of in elk geval een vakantieverliefdheid, die overigens niet altijd goed afliep.
Ik herinner me nog de vijftienjarige versie van mezelf, op een camping in Fréjus waar ik met een vriendin en haar ouders verbleef. Ik ontmoette Walter, een 23-jarige jongen uit Schiedam die met zijn vrienden een route voyage maakte. Verliefd was ik al bij de eerste aanblik van zijn donkere krullen.
Ik verdronk diep in zijn groene ogen en maakte me totaal niet druk over het feit dat hij volwassen was en ik niet. Met volle prille adolescente overgave zoende ik hem op een avond toen we schuilden onder zijn luifel voor een zomerse regenbui, nadat ik de tent was uitgesneakt in mijn Elmo-pyjama. Een compleet doorwéékt Elmo-shirt intussen, wat Sesamstraat ineens een stuk minder onschuldig maakte en hij zoende gretig terug.
De dag erna kwam zijn berouw, werd ik in de negeerstand gezet en papte hij voor mijn ogen aan met een achttienjarige. Ontroostbaar zoals een vijftienjarige kan zijn na het verlies van ’haar grote liefde’, zon ik op wraak…
Die nacht sneakte ik weer uit de tent, nu met een bus scheerschuim en lading daadkracht onder mijn arm. Nadat ik de haringen van zijn tent er woest had uitgetrokken, toog ik naar zijn dichtstbijzijnde sanitaire gelegenheid en vol overgave spoot ik in deels caps lock sierletters in m’n beste Frans op de muur: Walter est un LUL.
Met een voldane glimlach dook ik mijn slaapzak in. Om er na een kwartier weer uit te gaan, nu had ík berouw. Ik stampte de haringen weer in de grond en in het douchehok boende ik de letters die intussen ietwat treurig naar beneden dropen, van de muur.
Bij nader inzien eigenlijk wel lekker zo’n rustige vakantie, ik duik in Amsterdam wel weer het terras op.