Liefde voor het Hogere
Ik stond in de Turkse supermarkt en wees een bak met rode olijven aan. Ik kende de knoflook-, de grote, de rimpelige en de olijven gevuld met witte kaasprut, maar deze had ik nog nooit gezien.
‘Zijn die lekker?’ vroeg ik.
De bleke tienerjongen achter de toog haalde mat zijn schouders op.
‘Waarschijnlijk wel.’
Het is Ramadan en iedereen in de winkel leek even bleek en prikkelbaar. Nukkig stond de slager shoarma te snijden van een lamsromp. Traag zette een meisje een nieuwe lading appelthee in de schappen. Ik had met ze te doen. ‘Hangry’ noemen de Engelsen dat, als je boos wordt van de honger. Ik wist hoe ze zich voelden. Ik heb elke avond wel zo’n moment. Nu mag de Ramadan worden overgeslagen door kinderen, ouderen, zwangeren en reizigers, maar ik vind dat ze de supermarktmedewerkers zijn vergeten in de Qur’an. Om de hele dag tussen de lekkernijen te moeten staan en er heel de dag af te moeten blijven… Wat een wrede manier om je liefde voor het Hogere te tonen.
Ik nam een bakje olijven mee en bestelde een koffie op het dichtstbijzijnde terras. Daar zaten twee kuitbroekvrouwen met een kruidenthee.
‘Ja, Henk zegt wel dat er niks aan de hand is, maar op bindweefselniveau voel ik heel andere dingen,’ zei de een en de ander knikte inschikkelijk.
Ik was even vergeten dat dit soort gekkies ook gewoon nog rondlopen en herinner me dat ik er zelf ook een was. Hoe ik mezelf paranoïde dacht over trillingniveaus, straling en zielscontracten. Soms mis ik die houvast van het verhevene, iets om in te geloven, regels om me aan te houden. Het gevoel dat alles in dienst staat van een groot avontuur of complot, iets spannends waar ik deel van uitmaak, in plaats van dat nuchtere besef van willekeur dat mijn leven momenteel bepaalt. Ik voel me meer een biljartbal die over het groene tapijt des levens rolt, dan een uitverkoren ziel in een groots plan.
‘Sinds ik suikervrij leef,’ hoorde ik de andere kuitbroek zeggen, ‘heb ik nergens meer last van.’
Ik wist dat ze loog en bestelde een stuk appeltaart. Het was perfect. Zoetzure, sappige appelparten onder een troostende, boterige kruimellaag. De suikervrije kuitbroek wende zich wat meer van mij af. Ik prijsde me gelukkig dat ik gewoon weer taart kon eten zonder daar allerlei schimmige dingen bij te voelen.
Thuis proefde ik van de olijven. Ook die waren zalig.