Levensverdriet met trends verbloemen
Elke keer als ik mijn nieuwe nachtlampjes aandoe, word ik overspoeld door schuldgevoel. Dat komt zo: ik had al een tijdlang het idee dat er iets miste in mijn leven. Mijn huis voelde niet meer juist. Alsof ik ineens wakker was geworden in het decor van een verkeerde film. Dit zal vast iets te maken hebben met de hardnekkige winterdepressie, het gebroken hart of mijn typische rusteloosheid, maar er moest iets veranderen. Ik schoof met bijzettafels en bank, verplaatste krabpaal en verhing schilderijen. Uiteindelijk bood mijn koffietafeltijdschrift uitkomst. Ik bladerde door een knusse sfeerimpressie van gloedvol warm licht en dacht te zien wat ik miste in mijn leven. Koperkleurige nachtlampjes met van die designergloeilampen erin. Een beetje ouderwets, maar toch modern. Een ironische knipoog naar die goede oude tijd toen je nog muntjes in de meterkast deed en zure regen nog niet bestond. De impulsaankoop was snel gedaan.
De volgende dag hing ik mijn koperkleurige lichtbakens op en schikte me in onesie eronder. Maar in plaats van mij te baden in de juiste beslissing, werd ik me pijnlijk bewust dat ik met die twee nieuwe gloeilampen het energierendement van de fletse spaar- en led-lampen die de rest van mijn woning verlichten teniet doe. Maakt dit mij een slecht mens?
Ik ben niet de enige die levensverdriet met trends verbloemt. Designergloeilampen nemen de stad over. In de latte-koffiebarren en alles lokaal-lunchrooms staan ze dag en nacht aan. Dan is dat uurtje dat ik schermvrij probeer door te brengen voor het slapen gaan nog niet zo heel erg, toch? Dan lijdt de wereld maar een pietsie meer voor mijn ontspanning.
Ziehier de worsteling van de malle millennial. De generatie die schoenen van vegetarisch leer draagt, maar wel een jas met een bontkraag heeft om de look af te maken, die minder vlees eet om de carbon foot print te verkleinen, maar wel het vliegtuig neemt om de wereldreis van de bucketlist af te strepen. En hadden we niet met zijn allen besloten dat gloeilampen verboden waren?
Wij kunnen ons niet beroepen op het wir haben es nicht gewusst terwijl we het milieu via onze doucheputjes afvoeren. We zijn geen slechte mensen. Maar we zijn zeker geen goede mensen. We zijn mensen onder de mensen. Inconsequent en impulsief. Trendgevoelig en ongelukkig. Wij kunnen, in het schijnsel van onze hippe lampen, berouwvol zeggen: het is onze schuld. Maar we zagen er zo goed uit terwijl we het deden.